Dump

“Unesco, sirs?”

We zijn net aangekomen op Otopeni, de nationale luchthaven van Boekarest. Er moet ergens iemand staan met onze namen op een bordje, maar onze vlucht was wat vertraagd, en we zien zo gauw niemand staan.

De taxichauffeur die ons aansprak ziet de herkenning in onze ogen, en gooit er iets uit wat op ’this way please’ lijkt. We volgen hem, we zijn vreemd op een vreemde luchthaven en hij lijkt het enige aanknopingspunt te zijn met de mensen die ons verwachten.

Meer Engels dan dat spreekt hij niet, en na een rondje buitenwijken begint ons te dagen dat hij helemaal niet weet waar we heen moeten. Pas na een uur parkeert hij de auto voor een kantoor met een Unesco bordje aan de gevel. Er is niemand. Zijn poging om ons daar te dumpen mislukt.

Mijn reisgenoot herinnert zich dan een deel van het adres. Iets met Jan, of met Pavel. Het zal de Șoseaua Pavel Dimitrievici Kiseleff wel geweest zijn, maar zeker weten doe ik het niet na bijna 24 jaar. Maar het doet er ook niet toe. We vinden het adres, ergens ten noorden van het centrum van Boekarest, na bijna twee uur rondrijden. Als goedmakertje voor het feit dat hij ‘vergeten’ is de meter aan te zetten hoeven we maar 15 dollar te betalen. Een veelvoud van wat hij, zelfs met omwegen meegerekend, met de meter aan verdiend zou hebben. Het is onze eerste kennismaking met echte Roemeense gastvrijheid, vindingrijkheid, eerlijkheid en ondernemerschap, en later die week zullen we er nog een paar keer mee kennis maken.

Ik moet er meteen bij zeggen, voor jullie denken dat ik 22 miljoen mensen als gluiperds wegzet, dat de Roemenen die ik sindsdien heb leren kennen totaal andere mensen zijn, echt vriendelijk, echt eerlijk, en zeker vindingrijk en ondernemend. Maar gewoon door zelf hard te werken en niet ten koste van een ander.

24 jaar later kom ik op een maandagavond aan op Phuket International Airport, Thailand. Ik heb een A4’tje op zak waar op staat dat Eva en ik recht hebben op een transfer van de luchthaven naar ons hotel, 26 kilometer naar het zuiden. De aankomsthal is redelijk druk met mensen met A4’tjes met namen er op, maar onze namen staan er niet tussen. Taxichauffeurs zien onze zoekende blik en bieden hun diensten aan. “Taxi, madame?” Ik heb een klein beetje meer levenservaring dan de vorige keer, ik glimlach vriendelijk en loop door. Er bekruipt me wel het gevoel dat er iets vreselijk mis aan het gaan is, maar ik kan het niet plaatsen.

Buiten staat een man met een TUI bordje, en duwt me een envelop in handen waar zowaar mijn naam op staat. De naam van Eva ontbreekt, maar dan besef ik dat het de naam is waaronder geboekt is, dus het is eigenlijk Anne. Dat ging dus goed.
Met nog 8 anderen loodst hij ons naar een klaarstaand minibusje. De chauffeur schudt met zijn hoofd, hij had niet 10, maar 6 passagiers opgekregen. Hij propt de koffers achterin, zet er nog twee in het gangpad, tovert het kinderzitje op de passagiersstoel voorin handig weg en met wat duwen en trekken kunnen we toch allemaal, mèt onze bagage, met het busje mee. Dat ging dus ook nog net goed.

Het voelt alsof we door de donkere binnenlanden van Thailand gevoerd worden, over kleine bochtige weggetjes door aaneengesloten dorpjes, maar als je even snel op de kaart kijkt weet je dat dat niet waar is. De wegen zijn wel wat bochtig maar eigenlijk best te doen en de rijstijl van de man valt om eerlijk te zijn ook niet tegen. Zolang je je maar verplaatst in de plaatselijke gewoonten in het verkeer, natuurlijk.

Na een half uur worden we bij een hotel afgezet dat nog de naam draagt wat op de reispapieren stond ook. Drie keer goed, de vakantie kan beginnen!

Eh, niet helemaal. Bij de receptie blijkt onze boeking geannuleerd te zijn. Er is helemaal geen kamer voor ons. Ons wordt vriendelijk verzocht even te gaan zitten. Achter de balie wordt koortsachtig overlegd, er is nóg een stel, dat samen met twee andere Nederlanders reisde, dat geen kamer blijkt te hebben.

Opeens voel ik me toch opnieuw een beetje gedumpt. Uren onderweg, bijna te moe om te gaan slapen, en dan is er niet eens een hotelkamer beschikbaar.

Dan roept de man achter de balie me. “Miss Emma?”

Ik loop naar hem toe. Zo’n mooie groet als hij kan ik nog niet brengen, dat is nog even oefenen, maar ik laat hem mijn beste glimlach zien.

“Could you sign here please? I’ll upgrade your room for free, the travel agent cancelled your reservation and I don’t know why. But here is your key and enjoy your stay!” De andere baliemederwerker haalt een kar voor onze koffers en brengt ze naar de kamer. Glunderend en vol trots laat hij de kamer zien. Het is een suite met een balzaal als slaapkamer, twee badkamers, en iets wat op een woonkeuken lijkt. “Beautiful room?” We overladen hem met complimenten en nog harder glunderend loopt hij met de lege kar terug naar de lift.

Ik denk dat ik dat woord ‘gedumpt’ maar eens ga dumpen.

 

https://www.facebook.com/emmaiamme/posts/714433755357432

Berichtnavigatie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.