Waarom?
Ik heb altijd volgehouden dat Emma: I am me vrij moest blijven van het medische gedoe van “nu heb ik hormonen gekregen, oh jee nu gebeurt er dit, jeetje wat duurt het lang voor de operatie”. Ik vond, en vind nog steeds, dat het medische traject maar een klein (maar heel belangrijk) deel is van een transitie, en dat het sociale stuk bij de meeste blogs heel erg onderbelicht blijft.
Toch plaats ik hier nu het dagboekje dat ik heb bijgehouden rond mijn SRS. Ik heb gemerkt dat veel mensen het heel prettig vonden het te lezen, en ik denk dat het dan belangrijk is dat het op een plek staat waar veel meer mensen het kunnen lezen.
Daarom.
Zondag 7 augustus
Aangekomen in het hotel, het Chon Inter. Op de luchthaven even contant geld gepind en 2 sims gekocht. Kunnen we tenminste onafhankelijk van de wifi in het hotel het net op. Hoe snel en stabiel de wifi hier is schijnt af te hangen van het weer en het humeur van het meisje achter de receptie beneden. In ieder geval zegt de een dat het perfect werkt en de ander dat je er niets aan hebt.
We werden keurig netjes opgewacht tussen uitgang 3 en 4. Koffers busje in, en dan 40 minuten snelweg en nog 20 minuten 2×2-baansweg. Of 2×3-baansweg, dat wisselt nog wel eens. Niet dat de weg breder en smaller wordt, maar sommige chauffeurs gebruiken het smalle strookje links van de weg, waar meestal de brommertjes rijden, ook gewoon als rijstrook.
Het Chon Inter zelf is een hotel als alle andere. De kamer is wat gedateerd maar dat kan je in een gemiddeld familiehotel in Nederland ook overkomen. En je moet er niet aan denken dat je in iets Bastion Hotel-achtigs terecht komt.
Bij de receptie stond ook meteen weer iemand van de kliniek te wachten die me mijn afsprakenkaartje voor deze week overhandigde. Morgen om 12 uur vertrekken naar het ziekenhuis voor routinecontroles en om 2 uur afspraak met Suporn zelf. De dag voor de operatie vertrekken we om half één al naar het ziekenhuis. Ik kan niet anders zeggen dan dat het allemaal geolied loopt hier.
Maar nu eerst maar eens wakker zien te blijven tot een uur of 9 vanavond. Kunnen we die jetlag er zo snel mogelijk uit slapen.
Maandag 8 augustus
Maandag. Prima geslapen van half 9 ’s avonds tot half 6 vanochtend. Met die jetlag gaat het wel meevallen, denk ik. Ook de enorme onweersbui van vannacht is me geheel ontgaan, daar kwam ik pas om 7 uur achter toen Eva het vertelde en bij het verlaten van de kamer waren de lekbakjes op de gang nog stille getuigen.
Om iets over 12 werden we opgehaald voor mijn check-up in het ziekenhuis. Eigenlijk gewoon: stipt op tijd. Een Brabants kwartiertje zit er niet in. Samen met degene die morgen wordt geopereerd en iemand die woensdag aan de beurt is overigens, efficiëntie is ze niet vreemd hier. En terecht.
Het ziekenhuis is was je verwacht: gewoon een ziekenhuis. Zet die derde-wereld spookbeelden uit je hoofd: behalve dat de röntgenapparatuur nog niet digitaal was, is het een ziekenhuis dat gewoon in Nederland had kunnen staan. Misschien dat ze daar de buitenkant wat vaker geschilderd zouden hebben, maar dat is dan ook het enige.
Gedurende de tocht langs de drie afdelingen (bloed, röntgen voor de longen en ECG voor het hart) word je begeleid door iemand van de kliniek én iemand van het ziekenhuis. Niet iedereen spreekt engels daar, maar ook daar is aan gedacht. Kom ik zo op.
Met binnen een half uur de onderzoeken weer achter de rug, weer terug in het busje, de patiënt van vorige week mee terug nemend. Die wordt bij het hotel afgezet, wij bij de kliniek.
De kliniek heeft een wachtruimte. Tenminste, daar kun je ‘m voor gebruiken. Het zit er eigenlijk ook wel vol met mensen die niet aan het wachten zijn. Of eigenlijk pas een afspraak veel later hebben, maar gewoon even ergens willen zijn. Dolle boel daar 😉
Voor ‘nieuwelingen’ geldt een aparte procedure. Om te beginnen krijg je een glas mangosap met ijs en een bloemetje. Ben je ook meteen herkenbaar voor Kuk, die gewoon naast je op de bank de administratieve afhandeling doet. Formulieren invullen, je verwijzingsbrief in ontvangst nemen, en het geld dat je te veel betaald hebt teruggeven. Bovendien krijg je van Kuk het grote instructieboek en natuurlijk de ‘beroemde’ doos met dilatorset, die je nog zult vervloeken de eerste maanden.
Aangezien ik bang was dat ik mijn verwijzingsbrief van De Vaart zou vergeten had ik ‘m al aangetekend naar de kliniek gestuurd. Ergens half september had de kliniek bevestigd dat die was aangekomen. Helemaal onterecht was die angst niet: ik had een tweede brief van het VUmc, maar die ben ik dus vergeten mee te nemen. Hier aangekomen blijkt ook de brief van De Vaart spoorloos. In ieder geval voor het eerste half uur. Naar later blijkt was de kopie goed genoeg geweest, zolang ik er maar voor tekende dat die brief echt was. En er schijnt een leeftijdsgrens van 40 te zijn, waarboven die brief net iets minder cruciaal lijkt te zijn.
Na de formaliteiten is er uiteraard het eerste consult bij Suporn zelf. Hij kijkt naar de hoeveelheid beschikbaar materiaal, en legt uit wat hij gaat doen. Dat heeft hij al zo vaak gedaan dat zijn Engels spontaan onverstaanbaar wordt.
Het grote instructieboek bevat alles wat je aan informatie nodig hebt, lijkt het. Als ik informatie mis straks, zal ik dat zeker melden. Maar je vindt er uiteraard de telefoonnummers en noodnummers van de kliniek in terug, dilatatieinstructies als aanvulling op de les die je na de operatie krijgt, maar ook een snelcursus Thai, en een lijstje waar je dingen op kunt aanwijzen als je iemand treft in de verpleging die geen Engels spreekt. Ik vrees dat ik dat aanwijzen nodig ga hebben, mijn voornemen van begin december vorig jaar om nu Thai te kunnen lezen en uitspreken is jammerlijk mislukt.
Dinsdag 9 augustus
Vandaag een vrije dag. Maar goed ook, vannacht had ik last van rommelende darmen, die me een tijd wakker hielden. Van het voornemen om op tijd aan het ontbijt te verschijnen kwam dus niet zo veel, en de rest van de dag heb ik dus wat minder energie dan normaal. Vannacht slaap ik als een marmot, zeker weten, en de stoelgang is verder prima in orde, dat is toch een teken dat ik me op mijn gemak voel.
Om een uur of 11 zijn we per taxi naar Central Plaza gereden, een modern winkelcentrum aan de zuidkant van de stad, niet te vergelijken met Forum Plaza hier aan de overkant. Central Plaza is duidelijk bedoeld voor de Thai met geld. Het is te ver weg voor de toeristen in Pattaya, daar zullen ze ongetwijfeld iets hebben dat veel groter is, net zoals Jungceylon in Patong waar we vorig jaar waren. De grote supermarkt, Big C, was ook minder groot en minder goed gesorteerd dan de Big C in Patong. Aan de andere kant zit er wel een Tesco Lotus naast, die ook niet heel erg bescheiden er uit zag.
Ik moet zo nog wat huiswerk doen, er is zo’n verschrikkelijk onzinnige psychologische test waarbij je eerst een mens en daarna een landschap moet tekenen. Daar wordt dan de conclusie uit getrokken dat je gewoon bij je volle verstand bent. Is nodig voor de verplichte tweede psychologische verklaring. De laatste zoveel jaar heb ik al zoveel van dat soort rare testjes gedaan, dat ik er een beetje recalcitrant van word. Ik zal me inhouden 🙂
Morgen spullen inpakken, en dan om half één met Eva naar het ziekenhuis. Het aftellen is bijna voorbij.
Woensdag 10 augustus
Rommelige dag vandaag…
De wekker gaat om 7 uur. Inpakochtend voor het ziekenhuis. Een 1 op Facebook posten. Ontbijten. Douchen en haar wassen. Oh nee, verkeerde volgorde. En zo gaat het de hele dag.
Om half 11 belt een man van UPS om te vertellen dat hij er bijna is. Tenminste, dat neem ik aan, want dat doen UPS bezorgers meestal als ze je nummer hebben. Hij spreekt geen Engels, laat staan Nederlands, en ik geen woord Thai, dus ik laat het inpakken maar even zitten en ga naar de hotellobby. Een half uurtje later is hij er nog steeds niet dus hij zal wel bedoeld hebben dat hij vertrokken was. Terug naar boven, koffer verder inpakken. Om half 12 zijn we het inpakken wel beu, we hebben alles en zo. We gaan met onze spullen naar beneden, misschien staat UPS zo wel voor de deur.
Het busje van de kliniek zou om half 1 moeten komen, een uurtje wachten in de lobby mag geen probleem zijn. De muziek daar is niet bepaald verheffend maar goed. Om iets over 12 gaat de telefoon weer, UPS. “Chon Inter?” vraagt hij. In mijn beste Thais zeg ik “ค่ะ” maar ook dat komt niet over door de telefoon. 10 minuten later staat hij voor de deur met een toetsenbord. Kan ik een beetje oefenen, ik erger me mateloos dat ik de opschriften hier niet kan lezen. Dat ik niet begrijp wat er staat, daar kan ik me wel overheen zetten, maar het moet toch lukken om in die paar weken er iets van te gaan bakken. Al is het maar de helft.
Tien over half een is het busje er en binnen 10 minuten zit ik in de wachtruimte in het ziekenhuis. Achter me wordt op eebn karretje onze koffer naar binnen gerold, met nog twee grote tassen en een bloemstukje. Eén tas is herkenbaar, die werd door degene die we maandag ophaalden meegenomen. Ik krijg drie formulieren onder mijn neus geschoven, waarvan een volledig in het Thais, die ik moet tekenen. Het zal wel, wat daar op staat. Ik ben niet in de stemming om lollig te doen en te doen of ik het aandachtig lees.
Op de kamer krijg ik instructies wat er de rest van de dag gaat gebeuren. Er komt nog een anestheist langs om uit te leggen hoe lang ik onder zeil ben en om te zeggen dat het niet erg is als ik vergeet mijn armband af te doen, want die wil ze zelf wel graag hebben. De psychiater stelt de gebruikelijke vragen en tekent dan zijn diagnose af.
’s Avonds om half negen nog een fijn klysma, om de darmen te legen. Druk op de darmen is uit den boze dus de boel moet leeg zijn, en de komende dagen moet ik zo vezelarm mogelijk eten. Vezels maken de dikke darm lekker actief en de boel zit van binnen naast die darm volgestopt met een grote tampon, dus dat geen fijne, nogal pijnlijke combinatie.
Vanaf 12 uur vanavond mag ik niet meer eten en drinken. De operatie staat officieel gepland om kwart over 8, maar de anestesist, dr. Dilaka, een heel aardige vrouw en de vaste anestesist van Suporn, wil toch wel heel erg graag eerder al beginnen met me.
Hier in het ziekenhuis zijn dingen was minder goed geregeld. Er is bijvoorbeeld geen zeep in de badkamer (we hebben dus wel een eigen badkamer in een kamer die anderhalf keer zo groot is als onze hotelkamer), de handdoeken zijn zoek, het extra bed voor Eva was er niet, er werd maar voor één persoon avondeten geleverd, dat soort dingen. Maar het schijnt er aan te liggen dat we daar nog toestemming voor moesten geven of zo, want dat moet apart betaald worden. En wat een beetje jammer is, is dat allerlei dingen op verschillende plekken toch steeds anders worden uitgelegd. Tijden en periodes zijn steeds anders. 6 uur nuchter zijn, 8 uur nuchter zijn, dat soort dingen. Hoe gestroomlijnd sommige dingen ook zijn, hier gaat het een beetje op mis…
En nu naar bed. Het is kwart over tien. Ik heb net een slaappilletje gekregen, en word om 6 uur weer gewekt. Kijken of het morgenochtend nog lukt om mijn ‘nul’ te posten, als laatste aftelmoment. Ik ben er klaar mee, dat aftellen.
Reken er maar niet op dat ik morgen rond deze tijd een uitgebreid verslag uitbreng. En zaterdag ook nog niet. Ik heb met Eva afgesproken dat als ik rare incoherente dingen post, ze ze zonder overleg mag verwijderen. Schijnt voor te komen, onder invloed van de medicatie…
Donderdagochtend 11 augustus
De chirurg is al vroeg in het pand, dus de operatie wordt misschien vervroegd. Ik ben gewassen en geschoren, ik ben er klaar voor.
Zondag 14 augustus
Beetje helderder vandaag. Ze proberen je er aardig onder hier met pijnstillers, antibiotica en een beetje slaapmiddel. Dat laatste is funest voor je oogbalans, dus met twee ogen tegelijk naar een beeldscherm kijken is nogal lastig, hoewel het vandaag beter lijkt te gaan.
Donderdag was de operatie. Zoals dat overal gaat ben ik weggerold naar de OK op de 2e verdieping, vastgebonden op de operatietafel, mijn voeten en benen zijn ingezwachteld tegen kou en vocht, en weg was ik. Een paar minuten later, voor mijn gevoel tenminste, werd ik wakker met op mijn kamer met Eva naast me en een enorme morfinepomp aan mijn infuusslang bevestigd, met bijbehorende knop op extra morfine te kunnen krijgen. Natuurlijk heb ik die avond en nacht erg rommelig geslapen. O ja, en om het draaien in bed nog wat ingewikkelder te maken zit ik natuurlijk ook nog aan een drain en een catheter vast. Uit een afgesneden en gehechte urineleider is het lastig plassen natuurlijk.
Vrijdag een beetje hetzelfde liedje. Wat wel opvalt is dat het personeel heel afgebakende taken heeft. Elke zoveel uur wordt mijn temperatuur en bloeddruk opgenomen, twee verpleegsters. Wassen en bed verschonen? Twee verpleegsters. Infuus bijstellen of vervangen? Eén verpleegster met een paars jasje, zij is vast de infuustruus. En dan nog een paar keer per dag twee om de vloer en tafels schoon te maken en de prullenbakken te legen. Handen aan het bed? Geen probleem hier. Maar dan heb je ook te maken met een duur particulier ziekenhuis. Chonburi Hospital zit eern paar honderd meter verderop, aan de andere kant van de gevangenis, twee plaatsen waar je niet wilt zijn, geloof ik.
Elke zoveel uur krijg ik een bekertje pillen. Antibiotica, pijnstillers, en een soort van slaapmiddel. Een knorrende patiënt is geen morrende patiënt, zullen ze wel denken. De morfinepomp is vrijdag weggehaald, ik had de knop niet gebruikt. Behalve dat het hele operatiegebied beurs voelt, heb ik geen pijn. Niet gehad ook. Het voelt alsof ik de hele dag op een racefiets heb gezeten. Den Haag-Den Helder Door De Duinen, 2 dagen lang elke dag 120 kilometer gefietst, bijna terug, en dan het laatste stukje de klinkertjes van de Pompstationweg. Dat gevoel.
Het eten is gewon eten. Low on fiber, staat er steeds op het formulier. Dat betekent dus macaroni met kaas en ham, en een omngedefinieerde soep die de ene keer wortelsoep is, de andere keer champignonsoep. De basis is hetzelfde, de smaak dus ook. Maar wat ik er verder ook over zeg, vies is het niet. Of het moeten die twee sneetjes brood bij ontbijt en lunch zijn. Wie oud genoeg is, kent Tarvo en King Corn nog. Nou, ik zweer het je, dat brood is echte originele King Corn. Eva schijnt het vroeger van haar moeder hebben moeten eten. Ik heb medelijden.
Maar goed, samengevat: geen pijn, naar onze begrippen een doorsnee ziekenhuis met dito ziekenhuiseten, een operatie die heel voorspoedig lijkt te zijn gegaan en ik ben dolblij met mijn kamergenoot Eva zonder wie het hier een heel stuk saaier zou zijn geweest…
Maandag 15 augustus
Maandag. Normaal gesproken een erg saaie dag. Iedereen weer aan het werk en zo. Hier niet hoor.
Het begint al met een slechte nachtrust. Ik geloof dat ik gedachten het Etten-Leurse college van B&W heb laten opstappen vanwege hun pertinente leugen over de regenboogvlag en de vlaginstructie. Ik heb wel op 6 raadsvergaderingen ingesproken, 17 vlaggenmasten in mijn eigen tuin geplaatst, en wat niet meer allemaal.
Het zit me wel dwars, maar eigenlijk lig ik natuurlijk gewoon wakker omdat ik constant het gevoel heb dat ik moet plassen, en dat komt door de tampon die de eerste dagen mijn vagina vorm moet geven en daarbij flink tegen mijn blaas drukt. Dat de catheterzak bomvol blijkt te zitten helpt ook niet mee, evenals een penetrante lijkenlucht die ergens onder mijn oksel vandaan lijkt te komen.
Uiteindlijk is Eva om een uur of 5 ook wakker. We hebben het licht aangedaan, een verpleegster geroepen die twee kannen nodig heeft de urinezak leeg te maken en daarna hebben we ons nog even lekker opgerold in bed, met een kopje koffie er bij.
Om iets voor 7 komt Jib, een van de assistentes van Suporn, om het grootste deel van het verband weg te halen. Waar die lijkenlucht vandaan komt is ook meteen duidelijk, er is aardig wat bloed in het verband getrokken en dat is helemaal zwart geworden.
Jib gaat een paar minuutjes weg en komt dan terug met Suporn. Die haakt de rest van het verband weg, dat vastgehecht blijkt te zitten. Hij legt uitvoerig uit hoe ik de littekens met betadine moet verzorgen en de clitoris met Silvex. Vandaag mag ik wat rechterop zitten, en morgen mag ik uit bed, staan en douchen. Hoera!
Voor de rest van de dag verveel ik me niet hoor, je kent Eva en mij, niets is ons te dol. We zouden ons de eerste dagen in de gevangenis hiertegenover nog ruim een week vermaken, voordat het lachen ons zou vergaan…
Dinsdag 16 augustus
Wakker worden van de dame die het ontbijt komt brengen, dat was ons nog niet overkomen. Vanochtend voor het eerst dus. Kort na het ontbijt staat Suporn weer aan mijn bed om te vertellen dat als de zwellingen over een hele tijd weg zijn, het er best heel goed uit gaat zien. Laten we eerlijk zijn, daar had ik hem ook voor ingehuurd.
Met hulp van drie verpleegsters en Eva word ik onder de douche gezet. Eva had eerst al geprobeerd de klitten uit mijn haar te krijgen maar een beetje shampoo en crèmespoeling kon geen kwaad. Alles wordt voor me gedaan, vooral door Eva, op één ding na. Na armen, rug, haar, benen, buik, moet ook nog mijn kersverse geslachtsorgaan schoon. Dat mag ik dus fijn zelf doen met medicinale zeep. Kijken naar een gezwollen geslachtsorgaan dat er uit ziet alsof je op een slijpsteen gezeten hebt is nog tot daar aan toe, maar het aanraken is helemaal onwezelijk. Maar alles went.
Na afloop werd ik gepoederd, mijn haar gedroogd, kreeg ik een bloemetje in mijn haar en vond een van de verpleegsters dat ik me dan ook maar op moest maken. Nou ja vooruit dan maar.
Verder geen echte wapenfeiten vandaag, behalve dan dat ik ontzettend veel onzin op Facebook gepost heb. En nu is het bedtijd. Welterusten!
Woensdag 17 augustus
Geen bijzondere dag vandaag. Weer goed geslapen, ontbeten, weer in slaap gevallen, wakker gemaakt voor de vaste routine van bloeddruk meten en temperatuur opnemen, dat soort dingen.
Na de lunch kwam Heya nog even langs. Lief mens, en knettergek. In zekere zin wel ons type dus.
Verder veel over de kinderen gepraat. Erg emotionele momenten gehad. En nu het kwart over 6 is willen we eigenlijk gewoon gaan slapen.
En dat gaan we dan ook maar doen. In ieder geval tot de volgende ronde bloeddrukmeten en temperaturen.
Morgen packing en cathether er uit, zelfstandig plassen en dan aankleden en naar het hotel. Ik kijk er naar uit.
Trusten.
Donderdag 18 augustus
Zoveel gebeurd, ontslagen uit het ziekenhuis, geleerd hoe statisch dilateren moet, wat wondverzorging inhoudt, geïnstalleerd in de hotelkamer. Ik ben doodop, ik ga eerst slapen. Dan morgen maar een langer verhaal.
Donderdag 18 augustus (maar nu echt)
Die packing begint nu toch echt irritant te worden Ik slaap bij vlagen heel diep of juist niet, omdat de druk van binnen continu het gevoel geeft dat ik moet plassen, terwijl ik daar nog steeds die catheter voor heb.
Het infuus ben ik woensdagavond kwijtgeraakt. Het slangetje in mijn hand is wel blijven zitten omdat ze nog wel eens wat pijnstillers of zo willen kunnen toedienen.
Om half 6 word ik wakker. Of wakker gemaakt, beter gezegd. Eva heeft al gezien dat er een knoop in mijn catheter is gelegd en op het slangetje in mijn hand is een klein flesje antibioticum aangesloten, dat zelfs al bijna leeg blijkt te zijn. Niet heel veel later komt een verpleegster met een grote kar spullen binnenrijden. Die kar heb ik geloof ik al gepost gisteren op Facebook.
Iets voor achten is Dr. Suporn er. Hij legt uit dat ik me vooral moet ontspannen, want als je je schrap gaat zetten spant je bekkenbodemspier zich aan en dat is een erg sterke spier. Dat zorgt dan direct voor veel pijn bij het verwijderen van de packing. Ook gaat de catheter er definitief uit, Hij pakt een pincet en trekt ergens een paar stukjes met donker bloed doordrenkt verband weg. Ik vraag me af of dat het nou was, maar dan gaat hij terug en komen er echt meters en meters verband naar buiten, plus een inmiddels verfrommelde condoom. Raar idee om nu de buitenkant van een condoom gebruikt te hebben in plaats van de binnenkant. Alhoewel, ik ben seksueel toch nooit zo’n held geweest, dus met het gebruik van die binnenkant zal het wel meegevallen zijn.
Daarna volgt de uitleg van het statisch dilateren. Ik zal de details besparen, sommigen van jullie hebben er ruime ervaring mee, maar Suporn zou Suporn niet zijn als hij niet uit zou leggen welke diepte hij gehaald heeft. Ga ik het verder ook niet over hebben, belangrijkste is dat ik die diepte in de gaten moet houden en altijd bij het zelf dilateren die diepte moet bereiken. Doe ik dat niet, dan groeit na verloop van tijd de boel weer dicht en is het enige wat nog rest een darmvaginoplastiek. Suporn en Kanhai zijn geloof ik niet de beste vriendjes qua techniek maar één ding hebben ze gemeen: een afkeer van het gebruik van darm voor het maken van een vagina. Je weet wel, de methode waar Buurman & Buurman (ok sorry, Bouman en Buncamper) op gepromoveerd zijn.
Suporn legt alles uit, maar zoals ook al bij het eerste consult op de kliniek kent hij het verhaal dusdanig uit zin hoofd dat hij bij vlagen onverstaanbaar wordt. Gelukkig heb ik goed opgelet en het instructieboek al gelezen, plus de verhalen van de Butterfly groep op Facebook. Verhalen die ik soms met een korreltje zout moet nemen.
“Je blaas is nu leeg, dus je moet nu veel drinken en als je geplast hebt halen we je op met het busje. Oh, en er komt zo nog een verpleegster om de hechtigen van je grote schaamlippen te verwijderen”. Suporn gaat naar de volgende patiënt, of naar de OK.
Ik begin me een ongeluk te drinken. Gelukkig heeft Eva lekkere koffie gehaald beneden bij de Mezzo, een soort van Starbucks-kloon. Verder werk ik een liter drinkwater weg. Het plassen lukt wonderwel behoorlijk snel, wel drie keer achter elkaar. Dat is het teken om alles in te pakken. Het duurt nog een uur of wat maar dan zit ik toch in een rolstoel, op weg naar beneden. In dat uur heb ik me niet echt hoeven vervelen trouwens, de hostess van het ziekenhuis die me bij de intake langs alle onderzoeken sluisde, komt ook even langs voor een praatje. Over toeristen en hoe schandelijk sommigen zich kleden, over respect voor elkaars land hebben, over toeristenoorden. Net zoals een aantal anderen is ze lyrisch over mijn Thaise schrijfboek, waarmee kinderen geleerd wordt de lettertekens te schrijven. Daarna vertelt ze dat ze zelf altijd naar Chiang Mai op vakantie gaat, met de familie. Daar in de bergen is Thailand nog zoals het vroeger was, en daar vind je ook bijna geen toeristen. Moet je doen, zegt ze.
Het busje instappen gaat werkelijk gemakkelijk. Ik ga op mijn donutkussen zitten en ook dat zit prima. Het maakt wel dat de gordel net te kort is, die is gemaakt op kleine Japanse en Thaise mensjes, maar ik krijg ‘m vast.
Bij het hotel aangekomen loop ik het trapje van het bordes op, de bellboy houdt de deur open en loop met mijn kussen naar de lift. Op de kamer krijg ik even rust, maar na een uur of wat begint de echte les statisch dilateren. Alles wordt uitgepakt en klaargezet, en dan mag ik op bed gaan liggen. Een beetje uit principe weiger ik om pijnstillers te nemen vooraf, want dan kun je minder goed naar je lichaam luisteren. Er zijn er hier die op Tramadol naar de ijssalon lopen en terug, en dat ga ik dus niet doen. Ook bij het dilateren wil ik voelen wat ik doe.
Na het dilateren volgt nog de was- en schoonmaakinstructie, en dan is het tijd om in te storten. We weten ons nog net naar het eten te slepen, en de rest heb ik gisteren verteld…
Vrijdag 19 augustus
Vandaag mag ik een belofte inlossen, het verhaal van gisteren opschrijven…. Dat is klaar. Verder de dagelijkse controle, twee keer statisch dilateren zonder pijnstillers, ontbijten, lunchen en bij het avondeten nog lang gepraat met Elizabeth.
Oh, en ik heb gepoept. Dat klinkt als een vies praatje, maar na een vezelloos dieet van een week en niet uit bed mogen is het een hele opluchting om de boel kwijt te kunnen. Wel vijf keer of zo zoveel zat er opgehoopt.
En twee dingen die als een paal boven water staan:
1 Zonder Eva zou het hier een stuk minder aangenaam geweest zijn, en
2 Ik ben sterker en veerkrachtiger dan ik dacht. Ik loop er bij alsof ik al weken geleden geopereerd ben en binnenkort naar huis mag. Dat is helemaal niet zo, maar er zijn hier toch echt mensen die er na veel langere tijd veel minder aan toe zijn.
Zaterdag 20 augustus
Gewoon, niks gedaan, behalve het strikt noodzakelijke. Ik mag toch het hotel nog niet uit van de dokter.
We hebben wel een soort dagindeling gemaakt. 7 uur opstaan, bijkomen en een kop kofffie drinken, 8 uur klaarmaken om te dilateren. Internetradio aan. Eva helpt om alles klaar te zetten en te leggen voor het dilateren, en kijkt mee of ik de dilator op de juiste diepte heb. Zodra die diepte bereikt is moet ik een half uur zo blijven liggen en gaat Eva douchen en aankleden. Na het half uur ga ik in bad staan, spoel de boel van buiten en van binnen (jee, ik heb nu ook een binnenkant) goed schoon en dan douche ik ook. Het hele dilatatiecircus kost gewoon een uur. Daarna aankleden en ontbijten, en medicijnen innemen.
Tussen 10 en 11 komt een van de dames van de kliniek controleren of alles nog in orde is, of er nog genoeg spullen zijn, of ik me goed voel, wat mijn bloeddruk is en of ik de afgesproken diepte haal.
Voor lunch is het nog te vroeg, dus we doen er nog een koffie bij, lezen wat er in Nederland is gebeurd terwijl we sliepen, en dat soort dingen. Dan lunchen, weer medicijnen nemen, kijken of er iets te doen is (niet dus, in het hotel), toekomstplannen maken of juist vaarwel zeggen, en tegen 6 uur is het weer tijd om te dilateren. Tegen 7 kijken we wie er mee gaat eten beneden, daarna terug naar de kamer, klaarmaken voor de nacht, stukje schrijven, wekker op 7 uur zetten, en lekker gaan slapen.
Echt geen bijzondere dingen gedaan? Okee, we hebben spicy Thai spaghetti gegeten in het club house op de derde etage, en we hebben voor de verandering Chinees gegeten. Niet verwesterd op zijn indisch zoals bij ons, maar verthaist chinees. Ook bijzonder. En ik ben vanochtend vergeten mijn medicijnen te nemen. Ik zal het nooit meer doen.
Maar het mooiste was nog wel de post uit Nederland die vandaag aankwam…
Zondag 21 augustus
Deze dag is voor ons bijna een echte rustdag. Eva gaat er even uit om wat vruchtensap te halen en verder doen we niets zinnigs, behalve dan de gewone plichtplegingen van de dag als Suporn patiënt.
Om iets over 10 staat zoals beloofd Aey (of Jib, of een van de anderen, ik blijf hun namen vergeten) weer voor de deur voor de dagelijkse checkup, die me als ik op bed ga liggen prompt een uitbrander geeft. “Don’t pull up your legs so high! You might get separation!”
Zou dat ook bijdragen aan het vermeende uitblijven van hersteloperaties? Stiekem (ok, niet zo stiekem) word je hier best in de gaten gehouden, en je wordt gecorrigeeerd als je risicogedrag vertoont. Ook als je dat in alle onschuld doet.
Morgen de eerste uitwendige controle in de kliniek, ergens begin van de middag. Waarschijnlijk krijg ik dan ook toestemming het hotel zelfstandig te verlaten. En ik ga vragen of ik weer aan de hormonen mag. Mijn voorgevel was al niet uitbundig maar lijkt met de dag te slinken nu, en ik begin nu toch wel erg vaak rare stemmingswisselingen te hebben. Niks depressiefs of gevaarlijks of zo, maar die rare onbedaarlijke lachbuien op momenten dat ze helemaal niet uitkomen, daar wil ik ook van af. Werkelijk.
Zondag 21 augustus, naschrift
Even een naschrift:
Ja, het gaat goed met me. Voorspoedig. Maar natuurlijk is het geen pretje of zo. Dat dilateren op zijn minst oncomfortabel en vaak ook pijnlijk is, had ik al verteld. Lopen gaat me erg goed af, liggen ook, zitten moet toch echt nog op het door de kliniek verstrekte kussen. Zoals bij elke operatiewond voel je het herstel af en toe wel erg hard toeslaan. Pijnscheuten van zenuwen die opeens wakker worden. Hechtingen die trekken of een beetje branderig aanvoelen. Maar vooral de pijnscheuten rond de gereconstrueerde clitoris en de beroemde ‘Chonburi flap’. Gewoon, Suporn gooit van de delen met veel gevoel nu eenmaal bijna niets weg, en die worden netjes in zijn ‘kunstwerkje’ verwerkt. En vastgezet met hechtdraad, uiteraard.
Niks bijzonders eigenlijk, je hoort het van iedereen na de SRS. Maar Suporn maakt wat meer stuk en daarna wat meer weer heel, dus je moet verwachten dat het wat vaker, wat langer en wat meer pijn doet. Wees daar echt op bedacht.
Ik maak er het beste van: check
Ik ben niet zielig: check
Ik zal niet zeuren over pijn: check
Ik zal eerlijk zijn dat het geen lolletje is: nu ook check.
Maandag 22 augustus
Na een week vezelloos ziekenhuisvoer is het al een prestatie om daarna je darmen weer helemaal leeg te krijgen. Het is een nog grotere prestatie om daarna de boel weer goed op gang te krijgen. Helaas ben ik daar niet in geslaagd en heb ik een licht laxeermiddeltje nodig gehad, dat ik op het internet niet terug kan vinden. Als resultaat daarvan breng ik de ochtend en het begin van de middag bij het toilet door.
Wil ik hier nu een vies verhaaltje van maken? Nee, het hoort bij de uitleg… Ik heb wel wat vaker last van constipatie en meestal helpt het dan om een aantal koppen koffie weg te werken, te wachten tot de boel begint te borrelen en dan rustig op het toilet te gaan zitten afwachten. Er schijnen anekdotes de ronde te doen over hoe lang ik op het toilet kan doorbrengen.
Maar ja, een toiletzitting is nogal hard en onverbiddelijk, en door de stugge randen nogal ongeschikt als zitring. Dat wordt ‘m nu dus even niet. Dat betekent iedere keer kleine beetjes, terug naar de stoel of het bed, wachten, en weer opnieuw terug. Zoiets kan je opeens uren bezig houden… Maar goed, de boel is weer leeg geweest, nu weer op gang zien te houden door genoeg te drinken en vezelrijk te eten. Moet lukken hier.
Door alle peristaltische perikelen zijn we gedwongen zowel het ontbijt beneden als de lunch over te slaan. Gelukkig is de dagelijkse controle stipt om 10 uur hier. Ik ben net op tijd klaar met dilateren, douchen en aankleden. Het moge duidelijk zijn dat ik iedereen die dat niet hoeft, afraad om te dilateren, maar aan degenen die dat wel moeten vertel ik niets nieuws dat dat een stuk minder aangenaam is met volle darmen.
Mijn bloeddruk blijkt 127 over 84, een klein wonder na alle koffie die ik al op heb. Verder ziet alles er nog steeds goed uit, en ik krijg een compliment dat ik er zo goed voor gezorgd heb (samen met Eva uiteraard). Het genezingsproces lijkt ook een stuk verder gevorderd dan verwacht. Tweede compliment, al blijf ik dat niet zomaar een verdienste vinden. Oh, en om 3 uur komt het busje ons ophalen voor de check-up in de kliniek. We mogen het nog niet zelf lopen.
Dan gaat Eva gauw even naar de 7-eleven voor ontbijt en lunch. Ze komt terug met een gigaberg snoeperijen, crabstick sandwiches en twee mooncakes in een apart tasje. Wie Facebook heeft heeft de foto vast gezien. In de mooncakes blijkt durian te zitten, een vrucht die wat minder lekker ruikt dan dat-ie smaakt. Eva is wat beter in het maken van onderscheid tussen geur en smaak, dus die smult van durian. Ik wat minder. Daarentegen ben ik weer goed in het ruiken dat ik asperges heb gegeten aan de zwavelverbindingen in mijn urine en Eva niet. Oh wacht even, dat zijn allebei nadelen. Dat van die asperges schijnt aan een bepaald gen te liggen dat je hebt of niet, misschien gaat het bij een durian wel om dezelfde klasse zwavelverbindingen als die bij asperge-urine, en kan ik er dus gewoon echt niks aan doen.
Bah, toch een vies verhaaltje er van gemaakt. Foei.
Om 10 voor 3 stoppen mijn darmen met pruttelen en ik vraag me ogenblikkelijk af welk deel zich tussen mijn oren heeft afgespeeld. Wat zou er gebeurd zijn als het busje om 2 uur of om 4 uur was gekomen? In ieder geval is het busje exact op tijd. In de kliniek is het controlemiddag dus stampvol mensen. We vinden een plekje, drinken een glas water, en wachten geduldig op onze beurt. In behandelkamer 1 checken twee verpleegsters of er nog hechtingen verwijderd moeten worden, maar dat blijkt niet nodig. Het duurt even voor Suporn door de tussendeur tussen de behandelkamers komt. In de tussentijd worden we uitgenodigd voor de beroemde trip langs Chinese tempel naar het huis aan zee. Suporn kijkt, legt nog eens uit wat ik wel en absoluut niet mag doen, kijkt nog een keer, wijst met zijn pincet mijn clitoris aan en zegt dan “look, good sensation”. Inderdaad. Woepie. Hij vraagt wat mijn diepte vanochtend was, kijkt in de papieren, en lijkt blij verrast. Op mijn vraag wanneer ik weer aan de hormonen mag zegt hij dat als ik bij het dilateren mijn benen maar een beetje blijf wiebelen, het prima is als ik vandaag weer begin, omdat de genezing zo goed gaat. Hij tekent een receptje voor aanvulling van mijn medicijnen en gaat door naar de volgende patient in behandelkamer 2.
Bij de receptie schrijven we ons uiteraard in voor de trip, krijg ik een zakje pilletjes en twee tubes extra Silvex mee en dan wordt ons terloops medegedeeld dat we vrij zijn om te gaan. Ik heb nog nooit zo’n fijne wandeling gehad in een stinkende stad bij een temperatuur van 35ºC in de schaduw. En we liepen in de zon.
Terug in het hotel post ik gauw mijn blijheid op Facebook:
Dus. Eerste uitwendige controle in de kliniek, alles geneest mooi. Wat stukjes wit weefsel, dat sterft straks netjes af en daar komt mooi gezond weefsel onder vandaan. Het geneest zo goed dat ik zonder bezwaar weer aan de hormonen mag, en na nog verplicht te zijn opgehaald met het busje uit het hotel, zijn we teruggelopen van de kliniek naar het hotel. Of liever gezegd, teruggezweefd. En als het herstel zo doorgaat is Swensen’s, de ijssalon aan de overkant van de weg, een veel te eenvoudig doel.
Maar ik hou me in, beloofd.
Daarna is het FaceTime tijd met mijn ouders, en tijd om te dilateren. En nu we vrij zijn om te gaan, kunnen we ook weer gaan eten bij de rode-en-blauwe-stoelen eettent op de hoek. Heerlijk.
Bij het teruglopen merk ik waar mijn zwakke plek bij het lopen zit: doordat alles nog wat dik is, en de temperatuur buiten het wat zweterig maakt, schuurt de boel een beetje langs elkaar heen, en dat irriteert. Dus: wel naar buiten en lopen, maar met mate.
Onderweg naar de lift in het hotel zijn een paar stoepjes die je af en op moet, en een paar traptreden. Ik denk dat ik zonder schade de loopbrug naar Swensen’s over kan. Ik mag mijn benen niet te hoog optillen dus zomaar traplopen, op of af maakt niet uit, is uit den boze. Maar de treden zijn klein, ongeveer net zo hoog als de stoeprandjes die ik net gepasseerd ben, en als ik mijn voeten goed flex, lukt me dat met een minimale buiging van mijn benen. Dezelfde techniek gebruik ik om thuis zonder uit te glijden uit de douchebak te stappen, en hier om uit het bad te komen. Been naar buiten, tenen op de grond, en dan je gewicht verplaatsen.
Maar ik zal me inhouden hoor, mij zie je voor het einde van de week nog niet in de ijssalon. Ik ga misschien wel even oefenen op de trap hier tussen de begane grond en de etage erboven.
Hmmm, ijsjes….
Dinsdag 23 augustus
Gisteravond merkte ik het al een beetje: ik loop als een kievit, maar door de warmte wordt alles een beetje zweterig en gaat de boel een beetje schrijnen, vooral de littekens van de grote schaamlippen, die het dichtst op mijn liezen zitten. En omdat ze nog niet helemaal geheeld en soepel zijn kan ik er ook niet zomaar van alles op gaan smeren.
Met het oog op onze trip naar het strand morgen vertoon ik dus maar risicomijdend gedrag en blijf ik op de kamer. Het nare constipatiegevoel is toch ook nog niet helemaal weg, dus dat komt goed uit. Kunnen we ons even op het T-NL forum storten, want daar is het druk geweest.
Bij het uit bed komen voel ik iets branden, en op het toilet zie ik een paar druppeltjes bloed. Als bloeddonor schrik ik nog niet van een halve liter bloed, maar de plek waar het vandaan komt brandt een beetje. Dat, en het vervelende gevoel in mijn darmen zorgt er voor dat het dilateren flink vervelend is. Bij de controle blijkt de bloeding afkomstig van de plasbuis, waarschijnlijk een hechtinkje, en omdat de plasbuis op die plaats eigenlijk onderdeel is van een zwellichaam, bloedt het wat makkelijker. Geen reden tot zorgen.
Eva doet weer de boodschappen terwijl ik nog even bij de WC in de buurt blijf. We praten veel, ik verstook nog een GB 4G data door uit mijn muziekbiblioteek te streamen, en voor we het weten is het weer half 7 en donker. Alweer dilatatietijd, doe ik het liefst voor het eten, dan zijn mijn darmen het rustigst.
Buiten begint het te onweren. Het onweer komt van zee het land binnentrekken, en het gaat behoorlijk tekeer. Het dilateren mioet dan maar wat later. Met zo’n onweersbui lig ik toch niet helemaal ontspannen. Dasarnaast willen we het graag zien omdat we het zo’n mooi natuurverschijnsel vinden. Als derde smoes om het dilateren nog even uit te stellen bedenk ik dat ik moet douchen na het dilateren, en dat wil ik pas doen als het onweer voorbij is. Je weet nooit hoe de aarding van de waterleiding hier geregeld is, toch? We doen licht en airco uit om alles beter te kunnen zien en horen.
Het onweer trekt recht over het hotel, en de bliksem slaat niet alleen verdeop in de heuvels in, maar ook ergens niet verder dan drie straten van het hotel. Een tweede klap iets verder weg wordt de stroomvoorziening van het blok hier fataal, en rond het hotel gaat alle verlichting uit. Op de gang horen we een klik, daar schakelt de noodverlichting in.
Het duurt een kwartier voor de stroom weer terug is. En dan is ook het onweer verder landinwaarts getrokken. Geen smoezen meer, dilateren! Dat gaat een stukje makkelijker dan vanochtend. Wel heb ik het gevoel dat alles jeukt en prikt en doet. Maar genezen heeft ook zo zijn charmes, zullen we maar zeggen.
Het is inmiddels half 10 dus we eten de koelkast leeg, en gaan slapen. Bijna dan, want ik heb mezelf weer eens ergens toe verplicht 😉
Woensdag 24 augustus
Vandaag is de dag van de trip naar het strandhuis. Dat betekent vroeg op, eerder dilateren, beneden ontbijten en om 10 uur de bus in.
Wakker worden om 6 uur lukt prima. Opstaan wat minder, maar dat is niet erg. We hebben de tijd.
Het dilateren gaat wat moeizamer vanochtend. Het lijkt wel of ik sneller genees dan goed voor me is. Nu hoef ik me over een paar millimeter meer of minder diepte tussen sessies geen zorgen te maken, als het maar niet structureel minder wordt. En ik heb een dusdanige diepte meegekregen dat, …ach laat ook maar, dat is geen onderwerp voor een verhaal als dit.
Het ontbijt is als vanouds, en het busje is er stipt om 10 uur. Onderweg stoppen we in Ang Sila nog bij de plaatselijke Chinese tempel. Het is er heet. Bloedheet. Maar in de tempel lukt het me wel om zonder enige moeite op de eerste etage te komen. De tweede etage is met een trap binnen ook geen punt, maar ik wil niet overdrijven dus de derde etage sla ik over. Naar beneden lopen gaat zo goed dat ik lijk te zweven.
Na een half uurtje gaan we verder en rijden we naar het strandhuis bij Khao Sam Muk. Het is netjes, onderhouden, niet weelderig, maar wel met een zwembad. We drinken en lunchen wat, en praten vooral veel. Niet dat we met de andere patiënten zo veel uit te wisselen hebben, dat hebben we allang gedaan in het hotel en zo, en niet met iedereen is er een connectie. Wel met de moeder en oma van een van de jongsten van het stel patiënten, uit Arkansas. We worden er natuurlijk steeds handiger in, over onszelf vertellen, maar echt, wat een leuk gesprek wordt het. Van transitie tot wijn en van verkiezingen tot ziektekosten, alles komt voorbij. Het grappige is dat als je uitlegt hoe het systeem bij ons werkt, het betalen van belasting opeens veel mimder problematisch voor ze lijkt. Oh, krijg je zo veel vergoed voor de operatie hier? En alles als je in Nederland was gebleven?
De tijd vliegt voorbij, en voor we het weten liggen we op tafel (Eva) of op de grond (ik) voor een Thaise massage. Die blijkt nodig, ik heb in het busje te erg scheef gezeten. De autogordel van het busje is te kort, zeker als ik op mijn kussen zit.
Om 5 uur rijden we terug, met een omweg om de rots van Khao Sam Muk. Er blijken hele kolonies apen te zitten, op de weg, in de goot, op de muren en op de auto’s. Omdat de apen alle vuilcontainers leegroven is wat er aan natuur over is, wel erg vervuild.
Op de terugweg rijden we nog even langs het optrekje van de chirurg om wat spullen af te geven. Een aardig optrekje, het grootste in de wijk, is op Google Earth te zien, maar in vergelijking met huizen in dezelfde buurt niet protserig.
Iets voor 6 uur zijn we terug in het hotel, en mijn rug is nu echt op. We hebben even nodig om bij te komen en wilde plannen voor september te maken, en plannen voor het eten. Wordt het 7-eleven op de kamer, eten beneden of bij onze favoriete eettent? Het wordt het laatste.
Morgen inwendige controle. Jottem. Eerst maar eens gaan slapen, maar ik heb mezelf beloofd dat ik omdat ik vandaag zo goed trap heb gelopen, morgen naar Swensen’s mag.
Donderdag 25 augustus
Het gaat nu echt aan alle kanten goed. Wonderlijk als je bedenkt dat ik de afgelopen dagen best wel last heb gehad van oude kwaaltjes. Het dieptepunt was mijn rug gisteravond, ik had net mijn stukje geplaatst en geschreven dat mijn rug op was. Mijn rug was niet op, mijn rug was stukker dan stuk. Ik heb zelden een rug zo zien stukken. Ik had het een jaar of 3 geleden voor het laatst, en daarvoor heel lang niet: een spier (uiteraard de erector spinae) die zo geirriteerd is dat deze tijdelijk helemaal verkrampt, mijn rug scheef trekt, en ik er uit zie alsof ik elk moment kan vertrekken om de klokken van de Notre Dame te gaan luiden. Maar vanochtend en de rest van de dag was mijn rug alleen nog wat stijfjes.
Het genezen gaat nu best hard en dat heeft allerlei voordelen. Dat ik langer dan 1 minuut op het toilet kan blijven zitten bijvoorbeeld, en dat is weer goed tegen de constipatie.
We doen rustig aan vanochtend vanwege mijn voornemen de blauwe loopbrug te overwinnen na de controle in de kliniek. Dat betekent dat we ontbijten uit de koelkast op de kamer, en dus pas om 10 uur klaar hoeven te zijn voor de dagelijkse check up. Iets van kwart over 10 staat ze weer voor de deur, en alweer is ze stomverbaasd over het tempo van herstel. Er ontbreken steeds meer hechtingen uit de kleine schaamlippen, en de zwellingen nemen zichbaar af. Dat heeft weer zo zijn gevolgen bij het dilateren. Het doel van het statisch dilateren is vooral om de boel open te houden en de diepte vast te houden. De diepte is gemeten door de chirurg na het verwijderen van de packing vorige week en daar moet ik me op richten. Hoe diep? Nou, dat vraag ik jou ook niet dus dat zeg ik niet, in ieder geval niet waar kleine kinderen bij zijn. Laat ik het er op houden dat statistisch gezien er wereldwijd maar weinig piemels zijn die er qua lengte niet in passen. Maar het afnemen van de zwellingen betekent ook dat het referentiepunt, de grote schaamlip, zich naar binnen verplaatst, en dat ik dus diepte lijk te verliezen. Het is millimeterwerk, maar zeker waarneembaar.
Na de check up krijg ik de tijd van mijn afspraak te horen, half 2 in de kliniek. Ik doe rustig aan dus Eva haalt lunch terwijl ik vanuit mijn luie stoel het wereldnieuws tot me neem.
Om kwart over 1 zijn we in de kliniek. Lekker op tijd, zeg maar. Suporn zelf is er nog niet, zijn auto staat niet achter de kliniek geparkeerd en de deuren van de behandelkamers staan open. Maar de tijd die nodig is voor een operatie staat niet vast, dus ja, ik ben blij dat daar gewoon de tijd voor genomen wordt.
Langzaam loopt de wachtruimte vol met de andere patiënten. Tegen 2 uur word ik behandelkamer 2 binnengeroepen. Schoenen uit, slipje aan het haakje naast de behandeltafel, ik op de behandeltafel, en na enig wachten komt de meester zelf binnen.
De meester, ja. Ik had beloofd kritisch te zijn, maar ik kan eigenlijk niets vinden om over te klagen. Of het moet datgene zijn wat ik al eerder schreef: termijnen, hoeveelheden en procedures willen nog wel eens verschillen afhankelijk van wat je leest. Na het dilateren moet ik spoelen met een 10% betadineoplossing… In het instructieboek staat die 10%, bij de uitleg bij de eerste keer werd gezegd 45 ml water en 5 ml betadine mengen, en op het aanvullende flesje dat ik later kreeg staat 50 om 5. Het zijn geen grote verschillen en de mensen hier weten heel goed wat ze doen en zeggen, maar het is een verbeterpunt. Terug naar de behandelkamer.
De assistente pakt een verpakking met een plastic wegwerpspeculum. De verlichting wordt opgevoerd, en ik krijg uitleg van Suporn. “Ik ga kijken hoe goed de getransplanteerde huid geneest. Als dat goed gaat, mag je na de post-op care les dynamisch gaan dilateren. Kijk, deze breng ik zometeen in, dan kan ik de huid zien. Hij is een stuk dunner dan je medium dilator, dus maak je geen zorgen. En ik maak eerst wat ruimte met mijn vinger. Even ontspannen, zo.” Voor ik het weet lig ik op tafel met mijn benen wijd met een eendenbek op een plek waar 15 dagen geleden niet eens een lichaamsopening zat. Hoe raar kan het lopen soms.
“Alles is mooi roze. Het is nu nog maar twee weken oud dus het is nog lang niet genezen, dat duurt zeker vier maanden. Het zal nog regelmatig bloeden, afscheiding geven, er komen huidschilfers los, en hechtingen. Maak je daar geen zorgen over, het hoort er allemaal bij. Het komt goed. Je kunt weer aan de hormonen, en na morgenochtend ga je dynamisch dilateren. En dan een roerbeweging maken, geen schroefbeweging. Je wilt de vaginaopening soepeler en wijder maken. Had je nog medicijnen nodig?”
Voor ik het weet sta ik weer aangekleed buiten. IJsjestijd! De trap van de loopbrug blijkt inderdaad geen enkel probleem. Mijn conditie na bijna twee weken liggen en zitten is wat minder geweldig, hijgend kom ik boven aan. Maar Swensen’s blijkt inderdaad een te makkelijk doel, en als het ijs op is doen we nog wat kleine boodschappen in het achterliggende, enigszins verlopen winkelcentrum.
Om iets van 5 uur zijn we terug in het hotel. Eigenlijk is het voor wat ik gewend ben nu best een drukke dag. Op ons gemak werken we de rest van het dagprogramma af: rusten, dilateren, douchen, opruimen, naar het eethuis aan de weg, stukje schrijven en posten, klaar. En alle steken van het nu snel genezende weefsel in ontvangst nemen, niet te vergeten.
Bijna klaar dan.
Dit is mijn 15e dag post op. Ik heb voor de SRS altijd verteld dat mijn SRS belangrijk is voor me, maar dat ik daar geen vrouw mee word of zo. Dat ik bij het wakker worden uit de narcose niet opeens heel gelukzalig zou gaan liggen glimlachen. De SRS was voor en van mij, niet eens voor mijn partner, en wat er in mijn onderbroek zat bepaalde niet wie of wat ik was. Mijn SRS was niet mijn einddoel, dat was worden wie ik ben, en met dat doel ben ik aardig ver gevorderd.
Nu, twee weken nadat ik wakker werd uit de narcose, kan ik maar één ding zeggen: ik heb het juist gezien. Het is niet mijn einddoel. Het is niet dat ik me groot wil houden of zo, ik zeg het zoals het is: ik ben blij met de SRS, heel blij, maar er is geen euforie. Mezelf herontdekken begon nu bijna vier jaar geleden, en alles wat ik in die tijd heb gedaan was moeilijker, lastiger en op verschillende manieren veel pijnlijker dan deze operatie, die soms wel eens ‘de kers op de taart’ wordt genoemd. Nou, de kers op de taart komt zonder moeite gewoon uit een bakje met nog meer kersen. Hup, pit er uit, klaar. De taart zelf maken is veel en veel meer werk. En ik ben trouwens nog lang geen taart.
Overigens: iedereen die wèl volledig gelukkig en compleet wakker wordt uit de narcose gun ik dat van harte. Het is een ieders eigen, persoonlijke ervaring, je eigen gevoel, en daar heeft een ander niets over te vertellen. En ik al helemaal niet.
Vrijdag 26 augustus
Om kwart voor 10 is de post-op les, waar ik gisteren voor ben uitgenodigd. Of eigenlijk, opgeroepen. Wegblijven is natuurlijk niet echt een optie.
Het lukt vanochtend maar matig om op gang te komen, maar uiteindelijk zijn we om 10 over half 10 in de kliniek. Daar wordt eerst even snel mijn dagelijkse check up gedaan, en weer zijn er hechtingen verdwenen.
De post-op les is maar met zijn tweeën vandaag. In mijn week stonden er 4 patiënten op de kalender maar het meisje van maandag raakte dusdanig in paniek op weg naar de operatiekamer dat ze de operatie ter plekke annuleerde. Ik heb daar verder geen oordeel over, dit zijn geen operaties die je zomaar even doet. Er zijn mensen die op het allerlaatste moment gaan twijfelen, mensen die bedenken dat ze bang zijn voor naalden en narcoses, mensen die gewoon bang worden zonder dat ze weten waarom… Ik zou liegen als ik zou beweren dat ik de maanden en weken voor de operatie niets liever wilde dan naar Chonburi om geopereerd te worden. Misschien juist wel om wat ik gisteren schreef: het is niet het belangrijkste deel van mijn transitie.
Waarom het derde meisje er niet is weet ik niet, maar daar zal vast een goede reden voor zijn.
De belangrijkste punten uit de les:
- Vanaf nu beginnen met dynamisch dilateren. Dat is: medium dilator (32 mm Ø) gebruiken, inbrengen tot je je gebruikelijke diepte hebt gehaald, even (een seconde of 10) aandrukken en dan roerend draaien. Doel is om de littekens bij de vaginaopening soepel te houden, en om de bekkenbodemspier een beetje soepeler te krijgen. Dat doe je 15 seconden en dan weer aandrukken. Dit herhaal je een kwartier. Na het kwartier stop je met de medium en pak je de large. Die is iets dikker, een millimeter of twee, en daarmee doe je bijna hetzelfde, vijf minuten lang, zij het dat je niet op diepte let. Het vaginaeinde loopt taps toe dus dat ga je met de dikkere niet halen. Niet proberen ook, je kunt alleen maar dingen stuk maken ermee. In de set zit ook nog een small van 26 mm maar die gebruik je alleen als het niet anders kan, en ook niet op diepte omdat die juist te ver zou kunnen gaan.
- De eerste drie maanden post-op moet je drie keer per dag dynamisch dilateren, daarna 2 keer per dag, en het tweede halfjaar één keer per dag. In de periode van drie keer dilateren moet je zelf zien wat het handigste is, bijvoorbeeld ’s ochtends na het opstaan, na het thuiskomen en dan nog een keer bij het naar bed gaan. In het tweede jaar kan de frequentie nog verder omlaag. Het heeft geen zin om twee keer een beetje langer te dilateren. Vaker is veel effectiever dan langer. Minder betekent vrijwel zeker diepteverlies dat je niet meer terugkrijgt.
- Na een maand post-op is het niet meer nodig een condoom om de dilator te doen, het mag wel als je dat prettiger vindt werken. Je hoeft ook de buitenkant van de wond niet meer met chloorhexidine te reinigen of de littekens aan te stippen met betadine.
- Je hebt voorlopig last van afscheiding. De huid in de vagnia regenereert in rap tempo. De boel gaat schilferen, er gaat granulatieweefsel ontstaan. Dat is onderdeel van het genezingsproces. Het dilateren vertraagt de genezing wel, omdat je normaal gesproken van granulatieweefsel afblijft. Verder bestaat de afscheiding behalve uit die huidschilfers uit achtergebleven glijmiddel, oud bloed en opgeloste hechtingen. De hechtingen in de vagina zijn van een langzame soort en lossen in een maand of twee pas op.
- Thuis spoel je na het dilateren nog wel na met water en de betadineoplossing. Het liefst met een vaginaaldouche. Dat die niet in het pakket zit komt doordat die in Thailand niet als medisch hulpmiddel, maar als seksspeeltje wordt geclassificeerd. En seksshops zijn hier verboden.
- Bloedingen zijn de eerste tijd heel normaal en zeker niet ernstig. Als je een bloeding hebt met vers rood bloed, dan is dat meestal bij de urineleider, en de meest algemene oorzaak is seksuele opwinding. Controleren en dichtdrukken met een watje, iets anders of je vinger, gaan liggen en 20 minuten wachten, dan is de bloeding wel gestopt. Een bloeding van de vaginawand is zeldzaam, en die kun je stoppen door de medium dilator in te brengen en te wachten.
- In de verschillende handleidingen staan andere tijden en intervallen genoemd dan uitgelegd. Dat komt omdat de documentatie helaas achterloopt bij verbeteringen en veranderingen in chirurgische techniek, en voortschrijdend inzicht.
Na de les ga ik met Eva even naar drogist Boots en supermarkt Phoenix aan de overkant van de weg. Eva vertelt van haar ervaring met de moeder van mijn medecursist. Zowel op de heen- als terugweg lopen we Swensen’s bewust voorbij, en heb ik behoefte om even te gaan liggen voordat ik met de eerste oefening begin. En jemig, wat maakt die twee millimeter een boel verschil. Er zijn aardig wat termen voor het gevoel dat ik achteraf had die ik niet ga reproduceren. Niet nodig, bovendien heb ik mensen op mijn vriendenlijst die er veel meer weten dan ik.
We lunchen met onze buit uit de supermarkt en besluiten de rest van de dag rustig aan te doen. Eva maakt nog een tripje naar de 7-eleven. Verder doen we niets vandaag. Ja, het hotel uit om te eten. En ik begin wat eerder met schrijven, want ik heb zo’n vermoeden dat ik na het dilateren wil gaan slapen.
Zaterdag 27 augustis
“Zaterdag, deed ik niets wat ook wel later mag” zong Paskal Jakobsen van Bløf een dikke 17 jaar geleden. Het is de leidraad van onze dag vandaag.
Enthousiast als we waren gisteren staat de wekker op 7 uur. Ik heb geweldig geslapen en word wakker van de wekker, net als Eva. Mijn darmen rommelen maar op het toilet moet ik vooral heel nodig plassen. Ondertussen is Eva begonnen aan het bocht dat we deze weken koffie noemen. Het is niet bijzonder lekker of zo, oploskoffie. Ik ben wel heel goed in understatements. Maar lege darmen dilateren een stuk fijner dan volle, dus ik wacht nog maar even. Het is nog vroeg.
Om kwart over 9 komen we er achter dat het kwart over 9 is. Aan dilateren ben je inclusief voorbereiden, spoelen, douchen en opruimen toch snel drie kwartier tot een uur kwijt, en tussen 10 en 11 staat de dagelijkse controle gepland, dan moet je in de kamer zijn. Opschieten dus, al gaat dilateren gewoon op tijd en gevoel, dus daar kun je per definitie geen haast mee hebben, dat wordt niets als je haast hebt.
De controle is vandaag om kwart over 10, en weer niet bijzonders. We zijn vrij om te gaan, maar mijn schema is nu wel anders natuurlijk. Waar gaan we die derde keer dilateren inpassen? Rond de lunch is een beetje snel en zo. Met een beetje puzzelen lijkt het ons het beste om er vier uur, half 5 van te maken, en dan voor het naar bed gaan nog een keer.
“Wat gaan we doen vandaag?” vraagt Eva. Ik heb geen zin de hele dag op de kamer te blijven, dus ik stel voor naar Central Plaza te gaan, het luxe winkelcentrum ten zuiden van de stad. Het hotel voert op zaterdag een pendeldienst uit, om 2 uur ’s middags heen, en om 4 uur weer terug. Dan zouden we kwart over 4 in het hotel terug moeten zijn, even bijkomen, en dan aan de slag.
Dan roept om 11 uur toch het toilet, om half 12 wordt de kamer schoongemaakt, we rommelen een beetje aan, eten een mooncake met sesam als lunch, en dan is het zo kwart voor twee, tijd om ons te melden bij het busje.
Op Central Plaza is het druk. Het is markt buiten en de ruimte binnen staat ook helemaal vol kraampjes. We gaan op zoek naar leuke dingen om thuis weg te geven, maar eigenlijk verkopen ze hier helemaal niets dat aan Thailand doet denken. Zo vreemd is dat niet, bedenk ik me later. Stel dat iemand me zou vragen om iets typisch Nederlands, en ik moet dat in Etten-Leur gaan kopen, kom ik daar ook niet zomaar uit. Een kaasschaaf van de Blokker of zo, dat zou het enige bereikbare zijn. En de Boerenbond verkoopt klompen en tulpenbollen, zeker weten. Maar dat is omdat ik de weg weet. Dat is hier in Chonburi wel anders. Eva vindt wel gemberthee bij supermarkt Big C, en hele flitsende kartonnen nagelvijltjes bij de plaatselijke knakenwinkel. Dan blijkt het ruim drie uur geweest te zijn, en besluiten we een ijsje te gaan eten. De ijssalon weet ik uiteraard blindelings te vinden.
Het duurt tot half vijf voor we terug op onze kamer zijn en ik ben moe. Dusdanig moe dan we allebei uitstelgedrag vertonen. Dilateren? Het wordt 7 uur voor ik weer aangekleed ben en we kunnen gaan eten. En pas om kwart over 8 zijn we weer terug. Over deze paar regels heb ik ook al ruim twee uur gedaan. Maar nu is het mooi geweest, ik ga aan de slag. Tot morgen, dan is het geen zaterdag meer, en geldt de vrijbrief van Bløf niet meer. Al zal ik niet de eerste zijn die een tekst van Bløf verkeerd begrepen heeft 😉
Zondag 28 augustus
Een kwartier voor de wekker word ik wakker. Het is buiten al licht, en ik heb zin in de dag van vandaag. Niet dat we plannen hebben, maar die zijn te maken.
De dag doet zijn naam vandaag geen eer aan. Als Eva de gordijnen verder open doet ziet het er erg grijs uit, en aan de plassen op het dak van de keuken te zien heeft het flink geregend. We merken dat ook flink aan de temperatuur in de kamer. Normaal gesproken warmt het gebouw flink op in de zon en kun je niet echt zonder airco, nu blaast de airco dusdanig koude lucht dat het zelfs koud is geworden in de kamer. Het gevoel dat je ’s winters hebt, dat het boven je dekbed te koud is om er uit te komen, je kent het wel, dat gevoel bekruipt me.
Behalve dan dat ik wakker word omdat ik vreselijk moet plassen heb ik goed geslapen. Ik ga gauw naar het toilet, zie weer een losse hechting in het toilet verdwijnen en droog na het plassen de boel af. De zwellingen zijn flink verminderd en ik plas redelijk recht maar het laatste beetje loopt toch echt langs mijn billen weg. Hechtingen verdwijnen nu steeds meer, wat wel het vervelende gevoel geeft dat op de overgebleven hechtingen meer spanning komt. Maar hopen dat ze ook snel weg zijn.
Daarna kruip ik terug in bed, ik heb het koud en dat is me hier nog niet eerder overkomen.
Om 8 uur dilateren, dat is mijn eerste voornemen. Het wordt half 9 voordat we met de voorbereidingen beginnen en zodra we alles achter de rug hebben en aangekleed zijn is het ruim een uur later. Met de check up tussen 10 en 11 is dat niet heel ruim. We haasten ons niet, lekker ontbijten kan ook na de check up.
Helaas komt de check up pas om kwart over 11. Pech kun je hebben, er is geen heel vaste volgorde en bovendien kan er altijd iets zijn waardoor iemand wat meer aandacht nodig heeft, en we hebben nog iets kleins in de koelkast liggen zodat we niet zomaar verhongeren. Maar alles ziet er goed uit bij de controle, diepte wordt trouw genoteerd, zowel met medium als nu met large. Bloeddruk is weer 122/81. Alles goed.
We lopen samen naar de 7-eleven verderop. Bij het lopen valt het me nog niet zo erg op, maar zodra we binnen zijn bij de 7-eleven en ik even voor het schap met maandverband sta om het juiste soort er tussenuit te vissen, voel ik dat de boel beneden behoorlijk beurs aanvoelt. Ik loop nog steeds als een kievit maar ‘even’ naar de 7-eleven lopen heeft duidelijk wel een prijs.
We kopen naast maandverband wat grote flessen water, keukenpapier en een leuke aanvulling op het karige ontbijt zodat we daar meteen maar een lunch van kunnen maken. Terug naar het hotel lopen is weer geen enkel probleem, maar teug op de kamer gaan we nadat we onze lunch hebben weggewerkt toch even liggen. Niet voor niets, ik word pas om half 3 weer wakker. Bljkbaar was het nodig.
Ik ben er trouwens achter hoe je die 360-graden foto’s op Facebook kunt maken en plaatsen. Na het middagdilateren gaan we op tijd eten zodat het nog licht is, en ik de eerste echte foto kan maken. Het lukt, mijn Facebook volgers hebben het resultaat gezien en ook hoe onze hotelkamer er uit ziet. Morgen ga ik meer van dat soort foto’s maken. Als ik fit genoeg ben, uiteraard.
We eten het liefst als het donker begint te worden. Gewoon, het heeft iets. En we worden als vaste klanten herkend. Echte vaste klanten, niet zo van ‘oh, een buitenlander, dat is er zeker zoeentje van het hotel en de kliniek hiernaast.’ We begrijpen het principe: bestellen, eten, betalen, wegwezen. En het moment nadert dat ik net als de andere mensen de gewone menukaart wil, zonder foto’s en Engelse uitleg. Dan krijg je er een notitieblokje bij om zelf je bestelling op te schrijven. Wel zo efficiënt. Dit jaar haal ik dat nog net niet, maar ik herken steeds meer letters. Ik haal, als ik de transcriptie weet of vermoed, er nu uit welke tekens voor de klanken verantwoordelijk zijn. En dat de บ een b is en de ป een p en de ง een ng en ร meestal een r, maar in een niet-traditioneel lettertype steevast er uit ziet als een S, ik vergeet het niet meer.
Gedurende de dag komt er wel de volgende vraag bij me op: zou ik, als ik opnieuw mocht kiezen, weer naar Suporn gaan? Ik bedoel, de begeleiding is geweldig, het operatieresultaat lijkt ook heel goed, al kun je dat pas na een jaar echt vaststellen, en dilateren is niet leuk, maar verder? Ik zal nooit kunnen vergelijken met een VUmc operatie. Je kunt maar bij eentje ervaring opdoen. En als ik dat zelf al niet kan bepalen, hoe kan ik iemand dan aan-of afraden om naar Chonburi te gaan voor de SRS? Ik doe nog steeds mijn best mijn kritische blik te behouden maar er blijft steeds minder van over. Ik zal mijn best doen om me persoonlijk wat minder te bemoeien met ‘Amsterdam’. Wel als er dingen mis gaan, individueel, maar ik ga wat meer mijn mond houden over Bouman en Buncamper. Ik blijf mijn mening houden over de personen en wat ze bij sommigen van ons gepresteerd hebben, maar het is niet langer aan mij die mening zomaar te laten horen. Ik ben mijn neutraliteit kwijt, ik ben nu officieel bevooroordeeld. En dan doe ik het aan- of afraden voor een SRS hier gewoon op basis van iemands persoonlijke verhaal. Dan stel ik vragen als, heb je het er voor over? Hoe goed kun je tegen pijn? Besef je dat je herstel twee keer zo lang duurt? Kun je in je eentje drie weken hotelkamer en Thais eten overleven? Ben je zelfstandig genoeg om in je eentje te herstellen, en na thuiskomst afhankelijk te zijn van e-mail voor contact met de kliniek, waarbij een antwoord op je vragen soms wel eens een paar dagen op zich kan laten wachten? Als je vindt dat je tijdens de weekenddienst van je plaatselijke huisartsenpost al veel te vaak te horen krijgt dat je het weekend moet afwachten en maandagochtend je eigen huisarts maar moet bellen, hoe ga je dan om met het feit dat je in principe van thuis uit nooit langs Sophie, degene die alle e-mail afhandelt, komt?
Ik heb me best goed voorbereid voor ik mijn operatiedatum boekte, en had op de meeste van deze vragen een antwoord. Ik heb een bewuste keuze kunnen maken, en ik hoop dat anderen op basis van mijn dagboekje hier ook een bewustere keuze kunnen maken. Suporn’s kliniek is zo’n beetje het middelpunt van de wereld als het om de SRS gaat, maar het is hier geen walhalla en geen luilekkerland. Waarmee ik absoluut niet wil zeggen dat de SRS bij het VUmc of Kanhai een makkie is, ook dat is een zware ingreep. Want zo ver gaat mijn kennis over anderen die daar zijn geweest gewoon wel.
Maandag 29 augustus
Ik neem me voor niets over de maan te zeggen vandaag, maar helaas, dat is hierbij mislukt.
Vandaag begint de dag met zon, maar al snel betrekt de lucht en lijkt het te gaan regenen. We hoeven gelukkig nog niet naar buiten.
Wel lukt het beter het schema te volgen dat we gisteren bedacht hjebben. We zijn ruim op tijd voor het ontbijt en ook weer ruim op tijd terug op de kamer. Bij de check-up is alles weer goed, en om kwart voor twee worden we verwacht voor controle in de kliniek. Ik loop samen met Eva naar de 7-eleven, en onderweg probeer ik een aantal 360-gradenfoto’s te maken. Ze zijn niet perfect maar het geeft een aardige indruk van hoe het hier er uit ziet. Daarna gaan we terug naar het hotel, rusten en lunchen wat, en lopen weer naar de kliniek.
In de kliniek aangekomen krijgen we een briefje, over de terugreis volgende week woensdag. Jemig, zo ver is het al. We zijn ruim drie weken in het land, nog maar anderhalve week.
Suporn is tevreden. Er zit een wondje bij de vaginaopening op mijn rechter kleine schaamlip dat af en toe steekt en pijn doet maar ik hoef me er geen zorgen over te maken, en er is een klein stukje van de linkerschaamlip losgelaten, maar dat stuk is sowieso groter dan rechts dus als dat spontaan verdwijnt zou dat helemaal niet erg zijn.
Daarna is het een mooi moment om onszelf op een ijsje te trakteren. Eigenlijk willen we ook nog even naar de supermarkt in Forum Plaza, maar de roltrap naar boven blijkt stuk. Laten we het noodlot maar niet tarten.
De rest van de dag doen we niks bijzonders… Gewoon, wat we altijd doen. En ook geen heel diepe gedachten vandaag. Morgen zal het niet veel anders zijn.
Tenzij ik een woordgrap met ‘dins’ weet te bedenken, maar de kans dat dat lukt is klein en de kans dat die geschikt is voor publicatie nog kleiner.
Dinsdag 30 augustus
Het kost alweer moeite om op gang te komen, en we moeten ons haasten om om 10 uur klaar te zijn voor de dagelijkse inspectie. Het dilateren gaat een stuk makkelijker dan gisteravond, het wondje lijkt vooral stuk te gaan door gebruik van de ‘large’ dilator en die heb ik gisteravond overgeslagen. In dit vroege stadium is diepte behouden veel belangrijker dan de wijdte vergroten, en met de diepte is zelfs met het nu snel afnemen van de zwellingen, en dus ook met het nog verder verplaatsen van het referentiepunt, niets mis. Uiteraard gebruik ik nu wèl de large, en wat ik al dacht gebeurt inderdaad: het wondje gaat weer vervelend doen.
Ik maak me over het wondje zelf geen zorgen maar ik baal er wel flink van. Het veroorzaakt weer zo’n onprettig gevoel op de WC waardoor constipatie opnieuw op de loer ligt.
Uiteindelijk is om 12 uur de check up nog niet geweest. We moeten er toch uit voor boodschappen, dus we gaan maar gewoon en lopen even de kliniek binnen. Daar blijkt dat mijn check-up formulier in het verkeerde mapje terecht was gekomen. Met de check up is alles verder goed.
Ik voel me verder goed, dus we lopen niet eerst de 7-Eleven binnen, maar we lopen door naar de apotheek om een nieuwe voorraad glijmiddel te halen. Het gaat best hard en ik wil weten wat het kost, omdat het alternatief dat je in Nederland kunt krijgen iets van €7 per tube kost. En ik gebruik er nogal wat van op het moment, het zou zomaar op een tube per dag uit kunnen komen. Het loopt me af en toe letterlijk dun door de broek, alle restjes wegspoelen is onmogelijk. De tubes zijn hier wel kleiner maar 45 baht per tube is nog altijd flink goedkoper. We hebben bagageruimte zat, dus ik denk dat we volgende week een voorraadje gaan halen voor thuis. Wordt alleen lachen bij de douane als ze willen weten wat ik allemaal in mijn koffer heb…
Het hotel zit inmiddels vol met meisjes onder de 16. Niet zomaar meisjes onder de 16, maar voetbalmeisjes uit Guam, Myanmar, Laos en Jordanië. Een kwalificatieronde voor het Aziatisch kampioenschap damesvoetbal onder de 16 in 2017. Nationale ploegen dus. En ja, van een aantal van die meisjes vermoeden we sterk dat hun geboorteverpakking niet klopt. Je krijgt er toch een neus voor, het onderscheid tussen ‘gewone’ meisjes, jongensachtige meisjes en transjongens.
Ik begin het prijssysteem bij het eettentje op de hoek te doorgronden trouwens. Het was me al opgevallen dat er niet wordt bijgehouden wat je bestelt, maar iedereen van de bediening wel feilloos kan uitrekenen wat je moet betalen. Helemaal zeker weet ik het nog niet, maar ik denk dat ze gewoon tellen wat je op tafel hebt staan, waarbij de kleur van de schaaltjes de prijs aangeeft: een gerecht op een wit schaaltje kost 80 baht, op een roze schaaltje 100 baht en op een groen schaaltje 120. Morgen nemen we de proef op de som. En heel veel uitmaken doet het niet, vooral Eva heeft een heleboel respect verdiend daar door haar keuze voor minder gangbare gerechten.
Wat me op iets anders brengt: ondanks het feit dat we geen woord Thais spreken, zelfs goedendag (sa was dee kha) en dank je wel (khaawp khoon kha) krijgen we er niet fatsoenlijk uit, valt me de gemoedelijke en stiekem informele manier waarop de mensen hier met elkaar en met ons om gaan op. Aan de ene kant hangt er nog een vleugje van die spreekwoordelijke oosterse formele beleefdheid, aan de andere kant is de omgang met de mensen hier erg vrij. Het principe dat je elkaar accepteert zoals je bent zit er nogal ingeramd hier. Op de een of andere manier maakt dat de omgang een stuk informeler, makkelijker. Daar voel ik me bij thuis. Zelfs als je beseft dat de wetten hier best wel een beetje buitenlanderonvriendelijk zijn.
Woensdag 31 augustus
Ik hou het kort vandaag.
Het is een dag van ongemakken. Het wondje lijkt groter te worden. Het doet in ieder geval flink pijn bij het begin van het dilateren en het zeurt de hele dag. Verder is bij de check-up alles gewoon goed en zo, maar het zit me, ook letterlijk, niet lekker.
Een mailltje drukte me nog even met de neus op de feiten: ik moet werk zoeken voor oktober. Er zijn best een aantal redelijk geschikte vacatures, maar of ik dan wel de 14e op gesprek wil en uiterlijk de 19e wil beginnen. Lijkt me een slecht plan.
Bij het eten daarnet werd ik ook nog eens op drie plekken gebeten door zo’n zandvliegje. Dat heb je als je zo dicht bij de kust zit. Gelukkig zitten er hier geen soorten die ziekten overbrengen, daarvoor moet je rond de Middellandse Zee zijn.
Ik heb het gehad voor vandaag. Morgen weer een controle in de kliniek, dan weet ik meer. We gaan vandaag maar eens vroeg slapen.
Donderdag 1 september
Paniek? Nee hoor, maar om half 9 gaat de telefoon. Of we om half 10 in de kliniek kunnen zijn voor de check up. We kijken elkaar aan en denken maar één ding: daar gaat ons ontbijt. Helaas. Maar in drie kwartier klaar zijn moet lukken, dus we zeggen ja. Toch wel apart, zouden ze de grote checkup van vanmiddag ook meteen doen. En als dat zo is, gaat dan de operatie van vandaag niet door?
Aangekomen in de kliniek zit de wachtkamer behoorlijk vol. En ja hoor, na een minuut of 10 komt ook Suporn binnen van de bovenverdieping. Het gaat zoals altijd niet supersnel maar er zit wel voortgang in. Niet lang daarna ben ik aan de beurt.
De wondjes moet ik me echt geen zorgen over maken. “Reken er maar op dat dat over gaat maar op andere plekken terug komt de komende tijd,” zegt Suporn, “hoort er allemaal bij.” Maar hij ziet wel dat een heel klein stukje van de rechterschaamlip heeft losgelaten. “Dat zal ik zometeen even vastzetten met een paar steekjes. Doen we er eerst wat Emla-crème op, en krijg je boven een plaatselijke verdoving.”
Dan gaat hij door naar de patiënt in de andere behandelkamer. Ik krijg een flinke klodder Emla tussen de rechter en linker grote schaamlip, en dan wordt de boel goed dichtgeplakt. Ik krijg een operatiejasje en mag terug de wachtkamer in. Het duurt nog een uur voor de wachtkamer leeg is en ik begin me af te vragen of de Emla nog wel zin heeft, maar dan word ik naar boven geroepen.
Op de eerste verdieping bevindt zich een volwaardige operatiekamer. Ik word naar de operatietafel geleid. Nee, niet als een mak lam naar de slachtbank, ik heb een SRS en een adamsappelcorrectie onder plaatselijke verdoving achter de rug, dus ik ben wel wat gewend. Mij krijg je niet zomaar. Ik klim op de tafel, word toegedekt, mijn benen gaan in de beugels en dan word ik gewassen. Niet lang daarna komt Suporn zelf binnen en gaat aan het werk. Een kwartier lang is hij bezig. Ik heb geen idee waarmee, het is verdoofd allemaal. Als hij klaar is zegt hij: “Vandaag niet te veel lopen, maar gewoon dilateren en als je staks geplast hebt, gewoon schoonmaken. En het eerste uur heb je geen pijn, zo lang werkt de verdoving nog door.”
Ik klim weer van tafel en loop naar Eva toe. Het lopen voelt raar, er zit iets tussen mijn benen wat ik niet kan voelen. Ik kleed me om en vervolgens worden we met het busje terug naar het hotel gebracht.
Terug op de kamer halen we het gemiste ontbijt en de gemiste lunch in. Swensen’s zit er niet in voor mij vandaag en Eva is zo lief iets te gaan halen. Gaandeweg begint de verdoving uit te werken. Mijn schaamlippen voelen nu alsof ze in brand staan, en ik besluit dat ik me niet hoef te schamen als ik een pijnstiller neem.
En nu maar wachten tot die begint te werken.
Vrijdag 2 september
De pijn is bij het wakker worden een beetje gezakt, de brand is er uit. Voor de veiligheid blijf ik vandaag in het hotel.
Omdat het de vorige keer niet lukte het forum van T-Nederland om te zetten, doe ik nog een proefmigratie. Die gaat zo goed dat ik besluit om gewoon de knop om te draaien. Met mijn ervaring had ik beter moeten weten, de rest van de dag ben ik bezig met het oplossen van randverschijnselen. Jammer.
Na het laatste dilateren vandaag word ik onverwachts flink duizelig omder de douche. De douche is in het bad, dat is niet de beste plek om te vallen, dus met mijn laatste kracht ga ik gauw maar zo goed als mogelijk beheerst zitten. Eva schrikt zich een ongeluk, en terecht. Ik kom weer een beetje bij en realiseer me dat ik vooral op het toilet moet gaan zitten. Daar lopen mijn darmen in één keer leeg…
Of het van mijn darmen kwam, of dat ik gewoon te veel heb gedaan vandaag… We houden het maar even op het laatste.
Bedtijd dus.
Zaterdag 3 september
Na gisteravond willen we rustig aan doen. Dat houdt dus in dat we uitslapen tot 8 uur en ons niet gaan haasten voor het ontbijt.
Bij de check up is alles goed. De pijn is ook weer minder en is nu ongemak geworden. Alleen het dilateren is nog wel pijnlijk wat er voor zorgt dat goed ontspannen niet mogelijk is. Het duurt daarom een stuk langer om op diepte te komen.
Vandaag willen we naar Central Plaza. Om wat dingen te kopen die we zelf willen hebben, en om iets voor thuis mee te nemen. Dat valt nog niet mee, omdat er hier bijna geen toeristen komen en je dus alleen kunt krijgen waar er hier een markt voor is. Dat is ofwel Chinese meuk, rare Japanse dingen en van alles met Disney figuren er op. Maar uiteindelijk lukt het. We drinken koffie die naar koffie smaakt. Dat is hier in het hotel meestal maar afwachten. We kijken rond, lopen langs allerlei kraampjes, en lunchen in het plaatselijke food court. Ik zit en pas op de tassen, Eva haalt eten en drinken. Uiteindelijk, na bijna 4 uur slenteren en af en toe zitten zegt iets me dat het mooi geweest is.
De dag is zo voorbij, met alle dagelijkse bezigheden en wat kleine vingeroefeningen met het forum. Ik zit nog wat kort op de vorige dilateersessie, maar ik ben best moe na deze dag. Heel goed voor je conditie is het niet, zo’n SRS. Maar nu veel omgemakken minder worden, en weer iets makkelijker beweeg, word ik wel steeds een beetje blijer.
Zondag 4 september
Eigenlijk heb ik niet zo veel gedaan vandaag, behalve dan de dagelijkse plichtplegingen. Sommigen vervelen zich dood hier in het hotel, en ik kan me daar op zich iets bij voorstellen, in ieder geval voor degenen die hier alleen zijn. Ver van het hotel kun je niet komen, je hebt toch een aantal verplichtingen. Ten eerste de verplichting aan jezelf, het dilateren, drie keer per dag. Dan de check-up elke ochtend tussen 10 en 11, en twee keer per week ook nog de echte controle in de kliniek. Ik heb iemand horen zeggen dat het hier net een gevangenis is, maar dan eentje zonder sloten.
Gelukkig heb ik Eva hier, en met z’n tweetjes is alles anders. Voor het dilateren hoef ik alleen het echte werk maar te doen, klaarleggen, opruimen en schoonmaken doet zij. Ik hoef ook niet om een hoekje met een spiegel te kijken of ik wel op diepte ben, de centimeters vliegen om mijn oren alsof het de rondetijden van een schaatswedstrijd zijn. Boodschappen doen we samen, behalve als ik zoals vandaag en vrijdag een rustdag neem. En als we samen op de kamer zijn is er zo veel te bespreken of te doen, we hebben ons echt nog geen moment verveeld. Dagen aftellen zoals voor vertrek doen we hier niet, het gaat allemaal al veel te snel. En thuis wachten een heleboel dingen waar we ons hier niet druk over hebben hoeven maken, maar straks weer gewoon aandacht nodig hebben. Daar kijken we nou niet heel erg naar uit.
Deze dag is in ieder geval weer voorbij, met als toetje een Facetime gesprek met iedereen thuis. Erg leuk!
Maandag 5 september
Vandaag is het boodschappendag, en de dag van de laatste checkup. We worden vóór de wekker wakker en zijn met alles net een beetje sneller dan gebruikelijk. We ontbijten beneden en zijn zelfs vroeg genoeg om bij de anderen aan te schuiven.
De eerste boodschap die we doen is een karrenvracht Q-C, een medisch glijmiddel, bij de plaatselijke apotheek. een Een tube van 50 gram kost hier 45 baht, omgerekend €1,17. Een tube K-Y van 82 gram kost bij het Kruidvat nog altijd €7,09. Dat is dus nog altijd 4 keer zo duur. En er gaat nogal wat op van dat spul, dus met 120 tubes naar huis is helemaal niet zo gek. We kopen er nu 72, Eva heeft er eerder al eens 48 gehaald. Het is wel sjouwen hoor.
De volgende boodschap is onze lunch bij de 7-eleven, en dan is het tijd om even te rusten in het hotel en onze lunch te verorberen. Om 2 uur worden we in de kliniek verwacht voor de laatste controle door Suporn.
Het is erg druk in de kliniek en Suporn is nog niet beneden, maar komt na een minuut of 10 snel aangelopen. Pas tegen 3 uur ben ik uiteindelijk aan de beurt. Ik krijg dan ook wel de operatiefoto’s te zien met persoonlijke uitleg over wat er allemaal is gedaan. Bij de inspectie schrik ik me nog even een ongeluk als hij wel erg lang stil blijft staan bij het deel dat donderdag hersteld is, maar het blijkt loos alarm. Ik krijg officieel toestemming om te vertrekken en bij de balie ontvang ik nog een tasje met medicijnen. Voor onderweg, zullen we maar zeggen. Ik heb nu genoeg tramadol om een half dorp hallucinaties te bezorgen.
Na de kliniek doen we de laatste boodschappen aan de overkant. Matjes voor in bed voor bij het dilateren, en een klein voorraadje maandverband.
Maar goed. Eigenlijk is er weinig gebeurd vandaag, behalve dan de bevestiging dat alles goed is en dat ik naar huis mag. Gelukkig maar 🙂
Dinsdag 6 september
“…en we gaan nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet…”
Eh, dus wel. Morgen om precies te zijn. We moeten inpakken vandaag. En ik heb weer eens last van verstopping, dus ik heb een tabletje bisacodyl genomen vanochtend vroeg, en blijf daarom maar in de buurt van de wc-pot. Zodra de pil uitgewerkt lijkt te zijn gaan we even naar de 7-Eleven maar dan is het toch tijd om een begin te maken met het vullen van de koffers. We doen er twee, dan is het tijd om te dilateren, te eten en de andere twee koffers te vullen. We zijn goed op elkaar ingespeeld, dat mag ook wel inmiddels, dus het inpakken loopt op rolletjes. Ik heb zelfs ruim de tijd om nog wat te schrijven vandaag. Dat zal morgen wel anders zijn, reken morgen maar niet op een uitgebreid reisverslag. Het zou zomaar kunnen dat ik helemaal niks post. Dikke kans.
We gaan zeker wel naar huis. Er komt een moment dat we onze kamer hier niet meer kunnen betalen, omdat onze credit cards stoppen met werken. We kunnen onze bankrekeningen leegpinnen, dan hebben we in ieder geval een paar maanden te eten hier. Maar het voelt niet goed, we zijn daar te eerlijk voor denk ik.
We gaan echt naar huis morgen. Om te beginnen is mijn moeder thuis, dus het eerste argument van het rijmpje gaat al niet op. Bovendien heb ik haar bij vertrek beloofd weer in één stuk thuis te komen, en ik weet dat ze daar best naar uitkijkt. Dat geldt niet alleen voor mijn moeder trouwens, ik weet zeker dat mijn vader, mijn zus en mijn zwager, mijn oudste dochter en de jongste tweeling me ook het liefst zo snel mogelijk weer thuis willen hebben. “Weer heel thuis” gaat ‘m niet worden, dat duurt nog even.
Aan terugkeren naar huis zitten positieve en minder positieve kanten. We zullen deze stinkende stad gaan missen. We gaan het eten missen. We gaan de mensen missen die hier wonen en werken, en er allemaal het beste van proberen te maken. We gaan zeker het weer missen. We missen nu onze kamer al een beetje, omdat alles is ingepakt en alles wat de kamer ónze kamer maakte dus ook weg is.
Thuis krijgen we weer te maken met een handjevol mensen dat vooral het beste met zichzelf voor heeft en er geen moeite mee heeft het leven voor mij en Eva weer een stukje zwaarder te maken.
Maar we komen ook weer terug in ons eigen thuis, ons eigen bed waar we onze tenen niet meer tegen een te ver uitstekende bedpoot kunnen stoten, en waar we koffie hebben die te drinken is. Maar het belangrijkste van alles: we komen terug bij al die mensen die ons de afgelopen maand gevolgd hebben en met ons meegeleefd hebben. We komen terug bij al die mensen die ons een hart onder de riem hebben gestoken. We komen terug om iedereen zo gauw mogelijk weer te zien.
We komen terug. Morgen. Beloofd is beloofd.
Woensdag 7 september (naschrift)
Een echt naschrift is dit natuurlijk niet. Ik kan het verhaal over een goed jaar pas echt afsluiten. Dan pas zijn alle zwellingen weg, hechtingen opgelost en littekens verzacht. Suporn heeft me ook op het hart gedrukt om het eerste jaar gewoon de genezing af te wachten, en dan het resultaat te beoordelen. Over een jaar is te beoordelen of een revisie zinnig of noodzakelijk is. Echt noodzakelijk is een revisie alleen als ik tussen nu en volgend jaar rare dingen ga doen zoals ongelukken krijgen en dat ben ik niet van plan.
Gevolg is natuurlijk wel dat ik officieel nog niet klaar ben, en dat ik, ook om de vergelijking met Amsterdam en Alkmaar te kunnen maken, verslag moet blijven doen van allerlei onregelmatigheden die zich misschien nog voordoen. Helemaal af is het medische verhaal dus nog niet, al heeft er over schrijven niet bepaald mijn voorkeur.
Om 5 uur gaat de wekker al. Met wakker worden, ontspannen voor het dilateren, het dilateren zelf, douchen en aankleden zijn we al met al meestal een uur of twee kwijt. Ik ga er van uit dat die tijd thuis in de straks echt dagelijkse routine nog wel een beetje korter wordt. Dan moeten we nog de laatste restjes inpakken, en even de koffers wegen. Eén van de koffers blijkt een halve kilo te zwaar en de rest komt ruim tekort, dus we herverdelen de boel een beetje. Daarna gaan we naar beneden, uitchecken. Om vijf minuten voor 8 zitten we klaar, en dan is het busje dus prompt 10 minuten te laat. Ach ja. Onze timing was in ieder geval prima, al voelt Eva zich even wat minder op haar gemak door de wat minder goede timing van het busje.
Op de weg is het Chonburi uit wat druk maar al snel zitten we op de tolweg naar Bangkok. Interessant weetje: de tolweg is uitgevoerd als een gestapelde weg. Beneden is de oude Sukhumvit (weg 3), op de eerste laag die alleen bij op- en afritten bestaat zijn de tolhuisjes, en op de tweede laag is de snelweg zelf. We doen wel eens dik in het westen over wie de langste (brug) heeft, maar deze snelweg is dus gewoon van Chonburi tot Bangkok één grote brug. Dag Zeelandbrug. Dat water van de Oosterschelde was een kleine complicatie maar de Chonburi-Bangkok Highway gaat voor een groot gedeelte door een vlakke, zompige rivierdelta, dus dat telt net zo hard mee.
Om kwart over 9 staan we bij de incheckbalie om onze koffers af te geven. We krijgen ‘Priority Lane’ kaarten omdat we business class vliegen, en binnen 10 minuten zijn we door de bagagecontrole en de paspoortcontrole heen. Geen woord over alle snoertjes in mijn koffer, niets over de enorme voorraad pillen die ik bij me heb, en niets over de dilatorset. Over het meenemen van die set zijn nogal wat spookverhalen, maar niets van dat alles.
De Business Lounge op Suvarnabhumi (uitspraak ‘Soewannaphuum’, waarbij je de p en h apart moet uitspreken) is van Air France en, hoe zal ik het zeggen, wat spartaans uitgerust. Maar: ze hebben er wel échte koffie. Het is kwart voor 10 als we daar binnen lopen, en die anderhalf uur vullen we met van alles en nog wat, vooral mail en Facebook een beetje bijwerken. Ik wil niet te lang stilstaan bij de gate dus we gaan zo laat mogelijk: pas als op de monitor in de lounge wordt aangekondigd dat de gate open is pakken we onze spullen.
De timing is voor de tweede keer vandaag perfect. De gate is open, de wachtruimte bij de gate zit vol met mensen waarvan de instapkaarten al gecontroleerd zijn en er staat nauwelijks een rij bij die controle. Zodra we er door zijn kunnen we meteen het vliegtuig in.
Ik weet niet of ik het aantrek, maar op de heenreis stortte de stewardess haar hart al tegen me uit, en ook nu krijg ik meer aandacht dan de rest, waarbij ik nu dus weet waar ze woont, welk eten ze lekker vindt en hoe haar schoonfamilie daar over denkt. Ik vind het geweldig in ieder geval 🙂
11 uur in een vliegtuig zitten is lang. Ik bedoel, ik heb een iPad om me te vermaken en tijd zat om stukjes te schrijven, maar dan nog is 11 uur wel lang hoor. Ik ken iemand die dit regelmatig doet, van BKK naar AMS en weer terug, maar vliegen gaat gewoon nooit mijn hobby worden. Een bus met vleugels, dat is het en dat blijft het. En wie begint over de verantwoordelijkheid van de bemanning voor zoveel passagiers heeft nog nooit in de spits in de intercity van Eindhoven naar Amsterdam gezeten, of beter gezegd: gestaan. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt gedragen door één machinist en twee conducteurs, en het zijn aanzienlijk veel meer passagiers.
Het vliegtuig landt ruim op tijd, maar wordt geparkeerd bij pier E20. Dat ik akelig ver lopen naar de bagageband. Onderweg komen we nog een dramatisch onderbezette paspoortcontrole tegen, twee man marchaussee om al het werk te doen. Ik snap het personeelsprobleem bij de KMAR, maar stilstaan is gewoon niet helemaal mijn hobby op het moment. Bij de bagageband hetzelfde liedje, die ligt vol met koffers uit Hongkong zodat die uit Bangkok er niet meer bij passen. De passagiers uit Hongkong doen er echter langer over om bij de band te komen dan wij.
Buiten staan mijn ouders te wachten die ons snel naar huis brengen. Zo ontzettend fijn!
En daar lig ik nu boven op bed, een beetje bij te komen. Zometeen dilateren, dat wordt niet leuk, alles doet nu al zeer. Maar het moet, en het belangrijkste is dat we weer thuis zijn, bij ons eigen bed. En daar gaan we straks heerlijk van genieten.
Maandag 19 september
Eén maand, één week en één dag post-op. Het gaat sneller dan snel allemaal.
Ik ben nu ruim anderhalve week thuis. Zo langzamerhand begin ik dus mijn beperkingen te kennen. Liggen gaat prima, zitten ook, lopen gaat eveneens uitstekend, maar stilstaan totaal niet, dan heb ik het gevoel dat de zwaartekracht mijn bekkenbodemspier naar buiten wil trekken.
Lopen zelf gaat dan wel uitstekend, maar dat is alleen zolang ik alle hechtingen tussen de kleine schaamlippen maar negeer die vastbesloten zijn de tegenoverliggende schaamlip kapot te schuren. Dus na een enthousiaste wandeling ’s woensdags van gate E20 op Schiphol naar de auto op P1, het kopen van extra kussens bij Ikea en een klein rondje Breda op donderdag en een wandeling op zaterdag naar het centrum van Etten-Leur is het mij duidelijk dat ik maar beter stil kan blijven zitten. Daarmee komt er alleen weer heel veel werk op de schouders van Eva…
Dilateren gaat zijn gangetje. We hebben een thuisroutine gevonden die efficiënter is dan we in het hotel hadden, al zijn de tijden wat minder vast, omdat we hier toch wat onregelmatiger leven door allerlei kleine activiteiten overdag. En op de een of andere manier kost het de laatste dagen veel meer tijd om op diepte te komen.
En dan de hechtingen en wond nog. Het leek vorige week echt op een slagveld, maar stukje bij beetje begint de boel er rustiger en normaler uit te zien. De snel oplossende hechtingen ben ik bijna allemaal kwijt, op de hechtingen van de revisie op de laatste donderdag na dan. Dat zijn op het moment dan ook de vervelendste hechtingen. In ieder geval was dat duidelijk en tot in den treure uitgelegd, “don’t worry, is normal, will heal by itself”.
Maar jeetje, ik ben dus al bijna halverwege de drie-maanden-mijlpaal. Zoals ik al zei, het gaat snel!
Woensdag 12 oktober
Wachten tot twee maanden, twee weken en twee dagen post op, zal ik dat maar niet doen?
Gisteren was ik precies twee maanden post op. Ik doe mijn best het gewone leven weer een beetje op te pakken maar met drie keer dilateren per dag is dat lastig. Het was ook nog eens Coming Out Day, wonderlijk genoeg is het gelukt om die drukke dag om het dilateren heen te plannen. Maar ik geloof dat ik geduld moet hebben voor ik weer echt aan de slag kan.
Het herstel gaat aan de ene kant voorspoedig en aan de andere kant lijkt het even stil te staan. Ik ben alle zichtbare hechtingen nu wel kwijt wat erg prettig is, maar daarvoor in de plaats komt nu hypergranulatieweefsel. Dat gaat vanzelf weer over, maar voorlopig is het erg lastig.
Granulatie op zich is heel gewoon. Als je een wondje hebt, wordt de wond gevuld met granulatieweefsel. Granulatieweefsel is eigenlijk niet meer dan een boel cellen met heel veel bloedvaatjes er in en nog geen gevoel. Als het weefsel de rand van de wond bereikt, stopt de groei, gaat er huid overheen groeien en verandert de structuur, waarbij ook het grote overschot aan bloedvaatjes wordt opgeruimd.
Bij hypergranulatie stopt de groei niet bij de rand van de wond, maar ontstaat er een klompje weefsel buiten de wond. Het dicht laten groeien met huid gaat dan niet, en alle andere processen lopen een beetje in het honderd. Op zich heel fijn, anders hou je van die rare stukjes vlees over, aan de andere kant vervelend, want door al die bloedvaatjes heeft het de stevigheid van pudding en het bloedt heel snel. Zelfs door er een beetje te hard langs te plassen gaat het soms stuk.
Het hypergranulatieweefsel groeit bovendien op plekken waar drie keer per dag die dilator langs moet. Echt genezen gaat dus nog wat minder snel dan anders. Maar het gaat uiteindelijk vanzelf over, al kan een arts het wel aanstippen met zilvernitraat.
Is dat nu een complicatie? Als ik niets doe gaat het vanzelf over. Wat dat betreft dus niet. Maar het heeft wel invloed op mijn dagelijkse bezigheden. Het bloedt, het steekt, het is pijnlijk als ik loop of me omdraai in bed. Dus dan misschien een beetje wel.
Of is een complicatie een gebeurtenis waardoor je opnieuw onder het mes moet? Want dan is het dus duidelijk geen complicatie.
Overmorgen vraag ik even advies aan de huisarts. Gewoon, voor mijn eigen gemoedsrust, en die van Eva, die me nog steeds 24×7 helpt met alles.
Het post-op handboek had het voorzien, zoals altijd.
Vrijdag 11 november
Ik zou bijna vergeten dat ik vandaag exact drie maanden post op ben. Er gebeurt van alles om me heen waar ik maar weinig vat op heb en dat leidt dusdanig af dat een aantal dingen me echt ontgaan.
Het herstel gaat niet snel. Ik had een lange hersteltijd verwacht maar het duurt alsnog een stuk langer dan ik had verwacht. Door het granulatieweefsel dat er nog steeds zit zijn nog lang niet alle littekens in de vulva genezen, en met zitten en lopen blijven die trekken en pijn doen. Het belemmert mijn dagelijkse bezigheden nog steeds.
Dilateren gaat wel steeds beter. De procedure is niet ingewikkeld maar wel tijdrovend. Ontspannen, glijmiddel aanbrengen, en dan met de medium dilator van 31 mm diameter eerst diepte bereiken. In mijn geval is dat iets minder dan 18 centimeter. Dan, bij het bereiken van de diepte, een kwartier rustig ‘roeren’ met de dilator. Na een kwartier hetzelfde trucje met de 34 mm dilator, maar dan in 7,5 minuut, en het is niet nodig helemaal op diepte te beginnen.
Klinkt eenvoudig, maar tot twee weken geleden kostte het op diepte komen regelmatig een uur. Daarna ging die tijd langzaam en niet zo gestaag naar beneden, en ben ik er nu meestal niet meer dan 20 minuten aan kwijt, vaak korter. Als ik een keer één van de drie keer dilateren op een dag over moet slaan, maakt dat geen verschil meer. Ik heb dus besloten dat ik er klaar voor ben, twee keer per dag dilateren. Dat lijkt weer een positief effect te hebben op het granulatieweefsel.
Er is dus hoop…
Zondag 11 december
4 maanden post op, het gaat snel. Zeker omdat ik nu weer perioden van 14 dagen tel, de tijd die verstrijkt tussen de weekenden dat mijn dochter Charlotte hier is.
Het herstel loopt wat grillig. Granulatie is er nog steeds, maar het bloedt veel minder snel en als het bloedt, bloedt het ook nog eens veel minder. Ik heb de hoop dat dat betekent dat nog maar nauwelijks aangroei is, en dat er zelfs steeds een beetje verdwijnt.
Dilateren gaat zijn gangetje. Ik ben overgeschakeld op kokosolie, en dat werkt best goed. De tijd om op diepte te komen is daarmee wel weer iets toegenomen, maar over het geheel genomen lijkt alle huid die met het glijmiddel in aanraking komt er beter tegen te kunnen. Ook lijkt het dilateren een minder grote aanslag te zijn op de benedenboel, vooral gewoon staan was een probleem en dat wordt steeds beter.
Zitten gaat ook met de dag wat beter. Waar ik vooral last van heb zijn twee plekken onderhuids waar waarschijnlijk nog hechtmateriaal zit en wat maar langzaam oplost. Geduld is een schone zaak.
Ik kan nog steeds niet alles wat ik wil, en dat frustreert nog steeds enorm. Op zich kan ik steeds meer hoor, als ik maar doseer. Er zijn dingen die moeten, zoals gesprekken bij Jeugdbescherming Gelderland, de drie T-avonden in de maand, en de vergaderingen van de verenigingen waar ik me aan verbonden heb, maar de rest plan ik er een beetje omheen of zeg ik af. Het is niet anders. En eigenlijk doe ik nog best wel veel.
Met het verdwijnen van de laatste hechtingen tussen de kleine schaamlippen is lopen ook een stuk leuker geworden trouwens. Dat ben ik zeker van plan meer te gaan doen. Meer beweging kan geen kwaad voor de algehele conditie, en al ben ik het afgelopen half jaar per saldo niet aangekomen, ik maak me daar toch een beetje zorgen over.
Dan is er nog een rijtje dingen die na de SRS schijnen te gebeuren. Ben ik in een gat gevallen? Nee. Is het gewone leven nu eindelijk begonnen? Nee, ook niet, maar ik vrees dat dat in mijn geval weinig met de SRS te maken heeft. Heeft de SRS gezorgd voor veel haaruitval? Nee, gelukkig niet. Is er een groeispurtje te bemerken in borsten of billen? Ik geloof het wel. Maar misschien heeft dat laatste ook wel te maken met nog meer afname van spierweefsel en toename van vet door te weinig beweging. En dat ga ik de komende maand dan wel weer zien, als ik fysiek meer ga doen.
2 reacties op “Emma naar Suporn, augustus 2016”