Ik ben er een groot voorstander van om gender, en alle woorden die daarmee zijn samengesteld, gewoon uit te spreken met de g van ‘gewoon’. Er zijn al aardig wat discussies over gevoerd, maar het is voor mij nu tijd om ook zelf stelling te nemen.
Gender met de g van gewoon. Niet op z’n Engels met een dzj. Dzjender, en helemaal trensdzjender, klinkt als iets dat heel erg hip is. Nu is het woord hip eigenlijk helemaal niet hip, maar trensdzjender is zo hip dat het soms al als trend-dzjender wordt uitgesproken.
Veel mensen vinden alles best zolang ze er maar niet mee geconfronteerd worden, zolang het maar onzichtbaar is. Echte onvervalste Nederlandse tolerantie. Homo’s? Geen probleem, als je ze maar niet ziet zoenen. Transgenders? Het veschrikkelijke ‘goed gelukt’ is nog steeds de norm, zo erg zelfs dat veel transgenders naar operaties verlangen die ze meer ‘goed gelukt’ maken, maar minder zichzelf.
Samen met Eva vecht ik al een hele tijd voor zichtbaarheid. Want hoe zichtbaarder iets is, hoe sneller het gewoon wordt. En hoe gewoner, hoe minder hip.
Het woord gender blijft een leenwoord uit het Engels. Maar als we het in de taal accepteren als een gewoon Nederlands woord dat helemaal niet hip is en minder zichtbaar in de taal, krijgen die echte tolerante mensen misschien wat minder snel jeuk als het over genderdingen gaat. En als ze wat minder snel jeuk krijgen, hebben wij het weer wat makkelijker als we zichtbaar zijn, en niet hip.
Want ik wil niet hip zijn, ik wil mezelf zijn. En zonder dat hippe gedoe lukt dat me prima.
1 reactie op “Gender. Maar dan taalneutraal.”