Vroeger he, ja vroeger… vroeger was ik de rust zelve. Ik overzag de boel, en roerde me alleen als het echt nodig was. Heel beheerst, bijna berekenend.
Mensen hadden bewondering voor die rust, die berekendheid. Het wekte ook ontzag op. Áls ik dan eens van me liet horen, áls ik dan eens boos werd, dan wist je meteen dat je te ver gegaan was. Het was één van mijn sterke punten en op den duur, als iemand er eens naar vroeg, had ik er wel een verhaaltje bij.
Van binnen werkte het natuurlijk net even anders. Ik had mezelf, als overlevingsstratiegie, al heel lang geleden aangeleerd om vooral maar niet op te vallen. In eerste instantie was dat niet eens vanwege genderdysforie denk ik. Ik zou het er wel aan op kunnen hangen maar dan ben ik een potje aan het liegen en daar hou ik nog steeds niet van. Nee, het is zoals een psycholoog van Yulius in Dordrecht in 2009 al eens tegen me zei: jij was een hoogbegaafd kind en dat wordt door andere kinderen niet zo gewaardeerd. Je leert jezelf dan klein te maken, niet op te vallen, om te overleven.
In plaats van rust, en alleen ingrijpen als het echt noodzakelijk was, was het angst om op de voorgrond te treden, tot afzijdig blijven echt niet meer kon. Tja. Niet dat ik van elk positief ding uit het verleden iets negatiefs wil maken, maar dit was echt niet goed.
Zou het daarom zijn dat de overgang naar de overlevingsstand vanwege de genderdysforie me helemaal niet is opgevallen? Dat ik zo goed was in teruggetrokken zijn dat ik me ook voor mezelf verborgen kon houden? Ik denk dat ik daar niet meer echt achter kom.
Nu hoor ik sommigen in gedachten weer roepen, ja, maar zo erg was het allemaal niet en je was best leuk en gezellig. Ja, in groepen mensen die ik vertrouwde. En vooral als ik een beetje gedronken had. In beide gevallen is die zelfbeheersing veel minder nodig. En als gevolg daarvan kwam uiteindelijk, op mijn 27e pas, voor hen de genderdysforie er ook wat zichtbaarder uit.
Terugkijkend is het echt wel een handicap geweest hoor. Toen ik in Delft studeerde was ik al lang niet meer de slimste, dus dat hoefde ik niet verborgen meer te houden. Maar de genderdysforie vierde hoogtij, dus die ‘rust’ bleef. Ook toen mijn afstudeerbegeleider me als een stuk oud vuil behandelde, en ik uiteindelijk na 6 jaar niet afgestudeerd was. Ik gedroeg me als een bang konijn, en kan het mensen niet helemaal kwalijk nemen dat ze daar hun voordeel mee deden. Het zou me nu niet meer overkomen, al moet ik wel toegeven dat ik nu bijna twee keer zo oud ben als ik toen was. En ik nu 10 jaar ouder ben dan die begeleider toen was, en niet 10 jaar jonger.
Toch, als ik gewoon toen al een zelfbewuste jonge vrouw was geweest, had ik dat allemaal niet laten gebeuren. Aan de andere kant, als ik eerlijk ben, dan had ik ook nooit voor Delft gekozen, maar mijn hart gevolgd. Was ik psychologie gaan doen.
En was ik waarschijnlijk ergens bij een genderteam gaan werken.