Weet je, de afgelopen tijd zijn er in mijn leven best wel vervelende dingen gebeurd. Dat je even niet meer weet hoe je verder met en zo. Gelukkig heb ik genoeg besef dát ik verder moet en ik weet dan ook altijd weer vrij snel hoe. Vrij snel is over het algemeen binnen het uur, hoewel ik ook wel eens op een zondagavond een vrij lang telefoongesprek nodig heb gehad. Nog steeds heel erg bedankt trouwens, je weet wie je bent….
Soms gaat het wat minder, soms wat beter. De week die net achter de rug is, was wat minder. Het stomme is dat ik niks kan aanwijzen wat er gebeurd zou kunnen zijn, er is niets anders dan anders, en toch loopt het niet. Dat wil zeggen: alles wat ik deze week gedaan heb, overal waar ik geweest ben, het ging allemaal en overal eigenlijk wel geweldig. Mijn werk was ruim binnen de gestelde tijd klaar, terwijl ik iets deed waar ik me nog nooit echt in verdiept had. De week was druk met allerlei bijeenkomsten en vergaderingen die allemaal serieus bijdroegen aan een heel geslaagde week. Ook thuis, met Eva, gaat alles op zo’n manier dat ik geen reden heb tot klagen. En dan is het een understatement om dat een understatement te noemen. Maar toch he, toch wilde het voor mij gevoel allemaal niet.
Vandaag zijn we op de Tong Tong Fair, nog steeds beter bekend als Pasar Malam in Den Haag. De hoofdtent staat, naast stands met etenswaar, vol met kraampjes met spullen die ze in het verre oosten vooral in toeristenoorden verkopen. Kleurige tassen, kleurige kleding, waarvan het meeste in ‘one size fits all except you’. Af en toe hangt er iets tussen in maat XXXL, maar dat komt dan overeen met een krappe maat 42. Geen succes.
Terwijl ik mijn ogen langs de verschillende kleuren en stoffen laat gaan schiet me iets te binnen. Vroeger had ik, om er vooral maar niet gewoon uit te zien, vaak uitermate kleurige kleiding aan. Eén van mijn favorieten was toch wel een zomerjack van een geweven linnenachtige stof, zwart van binnen, en met allerlei kleurtjes aan de buitenkant. Een tijdje geleden was er ook iets wat me aan dat jack denken, maar ik kon me niet meer helemaal herinneren waar ik het gekocht had. Het jack hoorde hier thuis. In zo’n kraampje. Aan een hangertje hoog langs de bovenrand. Ik heb het denk ik ooit gekocht in de winkel van het museum voor Volkenkunde in Rotterdam, daar kwam ik destijds wel vaker.
Ik was er al langer van overtuigd dat al dat enorm bont gekleurde spul niks meer voor mij was, maar het echte waarom, behalve dan dat het van vroeger was en ik dingen anders ben gaan doen was me nooit duidelijk geweest. Tot vandaag dan. Het is niet zo dat het niet meer bij me past omdat het van vroeger is. Het past niet meer bij me omdat het zo diep geworteld zat in mijn oude ik. Dat klinkt best een beetje hetzelfde, maar het is een wereld van verschil. Tot vandaag had ik niet beseft dat ik er destijds zó mee vergroeid was. Ik ben het nu kwijt, het is er niet meer. Ik hoef er geen moeite meer voor te doen, ik hoef niet meer te doen alsof ik mezelf ben. Ik ben. Dat merk ik doordat jullie dat merken en daar iets over zeggen. Kijk nou naar die vrouw op de foto, hoe ze de camera in kijkt. Ziet ze er uit als iemand die een onverklaarbaar zware week achter de rug heeft? Nee toch? Heeft ze daar een bont gekleurd jasje voor nodig? Welnee.
De kleur hoeft niet meer zo nadrukkelijk de kleding in. Natuurlijk mag het best fleurig zijn, maar de kleur zit in het leven, en nergens anders. Die jongen met dat gekleurde jack en die shorts, ik geloof best dat het voor zn omgeving een aardige gast was. Maar die vrouw op de foto, dat ben ik. Zo.
En dan is mijn dag gewoon weer goed.