“Het moet, het móet! Niet opgeven nu!” Voor de derde keer loop ik langs de ingang van de Hema. “Vooruit, naar binnen!”
Ik probeer mezelf wat extra moed in te spreken. “Lafaard!” Ondertussen doe ik alsof ik de Koopgoot voor het eerst zie. Waarom deed ik dit ook alweer?
In Leiden hebben ze ook gewoon een Hema, maar daar wil ik toch liever niet gezien worden vandaag. Ik maak mezelf wijs dat ik wel eens wil zien hoe die Koopgoot er nu uit ziet. Sinds ik naar Leiden verhuisd ben is eigenlijk alles wat er in Rotterdam is gebouwd en verbouwd me ontgaan. Een prima smoes om naar een stad te gaan waar bijna niemand me kent.
Al een tijdje brandt het verlangen om ervaring op te doen met make-up. Bij gebrek aan Youtube heb ik de week ervoor in een ongewoon dappere bui een videoband gekocht waar stap voor stap een aantal technieken worden uitgelegd. Tijd om te kijken heb ik nog niet gehad, of liever gezegd gemaakt. Want hoe tegenstrijdig ook, ik voel dat als ik deze stap neem er geen weg terug meer is, en ik wet niet of ik dat aandurf.
Er is weinig geld, en ik heb het idee dat ik beter met goedkope make-up kan beginnen. Als ik dan iets koop dat me niet bevalt ben ik in ieder geval niet heel veel geld kwijt. Dat het resultaat met de verkeerde goedkope make-up ook een heel stuk minder is, besef ik dan nog niet. Maar de Hema lijkt me net goed genoeg. Het Kruidvat heeft op dat moment nog echt de reputatie van rommelwinkel.
De make-up afdeling zit in de kelder, met een ingang in de Koopgoot. Terwijl ik de eerste keer langsloop zie ik dat het best druk is, en loop door, de Koopgoot uit, de Hoogstraat in. Halverwege bedenk ik me dat het zinloos is, dat ik moet omdraaien, terug naar de Hema. Maar deze keer is het nóg drukker en ik loop opnieuw stug voorbij, zonder te vertragen, alsof ik bang ben dat mensen door zullen hebben dat ik kijk hoe druk het bij de make-up is.
“Kansloos”, bijt ik mezelf toe. Na 200 meter keer ik weer om, om opnieuw bijna voorbij te lopen. Maar dan verbijt ik me en ga naar binnen. Daar herhaalt het hele ritueel van voorbij lopen, doen alsof je niet kijkt en alles in de gaten houden zich nog een paar keer, en dan denk ik te weten waar alles wat ik nodig heb ligt. Gauw graai ik alles bij elkaar en met een hart dat in mijn keel bonst loop ik naar de kassa.
Onder ook maar op te kijken pakt het meisje bij de kassa de make-up, slaat alles aan en zegt “Dat is dan 21 gulden 20. Wil je er een tasje bij?” Ik geef een briefje van 25 en voel me verschrikkelijk naakt, ge-out, terwijl zij alleen maar denkt aan het wisselgeld dat ze me terug moet geven.
Nu wil ik alleen nog maar maar huis, weg hier, zo snel mogelijk. Bij het uitpakken kom ik er achter dat de zwarte mascara die ik gedacht had te pakken helder blauw is en het puntje van het oogpotlood al gebroken is.
Haastige spoed is zelden goed. Zelfs al doe je drie uur over iets dat je eigenlijk in 10 minuten zou moeten doen.